|
Zaterdag 6 juni Route:
Arbatax - Tortoli - Bari Sardo - Lanusei -
Villagrande - Arbatax (100 km)
Al vroeg (6.30) arriveert de boot in Arbatax.
De zeer ruige kust is erg indrukwekkend, zeker in
vergelijking met het lieflijke Toscane. Het vrij
kleine, toeristisch ogende plaatsje is nog in
diepe rust als ik op zoek ga naar een geschikte
camping. Uiteindelijk kies ik de aan het strand
gelegen camping 'Sos Flores', waar men nog volop
bezig is met de voorbereidingen voor het seizoen.
Na tent en bagage achter te hebben gelaten op de
camping maak ik een schitterende rondrit door het
ruige binnenland. Een zeer afwisselende rit langs
dorre, met cactussen begroeide tafelbergen, wat
hogerop fris groene alpenweiden met naaldbossen
en tenslotte weer de ruige rotskust met fraaie
vergezichten over de Middelandse Zee.
|
Kust
te Arbatax
|
Zondag 7 juni Route: Arbatax-Tortoli-Baunei-Orosei-Sos
Alinos (108 km)
Na de bevoorrading in Tortoli gaat het bergop
naar Baunei. Door het schitterende landschap van
het Sopramonte kalkgebergte (de Sardijnse
'Dolomieten') klim ik naar de Genna Silana pas (1017
m). Onderweg ontmoet ik veel overstekend wild en
slecht éénmaal een andere fietser met bepakking.
Via een lange afdaling naar Dogali en Orosei
bereik ik na 108 km het vakantiedorpje Sos Alinos
(Cala Liberetto), waar een aantal campings zijn
gelegen.
|
Sopramonte
|
Maandag 8 juni Sos Alinos-Orgosolo
Aangetrokken door het ruige binnenland probeer
ik vandaag een 'doorsteek' dwars door Sardinië
te maken. Doel is Fonni (1000 m), eventueel een
nabij gelegen berghut (1570 m) waar mogelijk vrij
gekampeerd kan worden (de campings in Sardinië
zijn vrijwel uitsluitend aan de kust te vinden).
Door de tegenwind en het continu stijgende wegdek
blijkt dit wat al te optimistisch. In de bergen
boven het voormalige(?*) rovers bolwerk Orgosolo
bleek in het bos een picknickplaats te liggen,
voorzien van kraantjes met drinkwater. Een
perfekte kampeerplek!
*) Later lees ik in de krant dat in deze
bosrijke omgeving veel ontvoerders zich
schuilhouden..
|
Wild kamperen
Lago Di Gusana
|
Dinsdag 9 juni Orgosolo-San
Teodoro 176 km
Een dag later bereik ik uiteindelijk toch
Fonni, het hoogstgelegen stadje van Sardinië.
Het landschap is verrassend groen, maar veel
minder ruig dan de streek rond Arbatax. Via het
stadje Gavoi, zwaar bewapende Carabinieri en
enkele stuwmeren, verlaat ik de bergen weer en
daal pijlsnel af naar Ottana. Hier in het hart
van Sardinie, is in een laagvlakte een
industriegebied (met kerncentrale) gelegen. Deze
dorre en droge laagvlakte doet bij dit warme weer
aan als een Afrikaanse steppe. Via een soort
'snelweg' waar vrijwel geen auto's rijden besluit
ik, gejaagd door een flinke rugwind, weer
richting het noorden te rijden. Onderweg weer
veel overstekend wild en vriendelijke Sarden, die
spontaan aan de vermoeid (?) ogende fietser een
lift in hun drie-wieler aanbieden! Via een
lastige klim naar Búdduso en vele
binnenweggetjes na 176 (!) lange kilometers terug
bij de oostkust, waar een drukke camping in San
Teodoro wacht.
|
Overstekend wild
Het dorre binnenland
|
Woensdag 10 juni San Teodoro-Bonifacio
(Fr.)
De kustweg naar Olbia gaat langs het
voormalige koninkrijkje Isola Tavolara, een
rotseilandje. Na Olbia barst het onweer los en
vallen er geregeld buien. Meerdere malen
schuilend bereik ik uiteindelijk S. Teresa di
Galura, waar drie maal per dag een veerpontje
naar de overkant (Bonifacio op Corsica) vaart. Na
100 km en veel buien ligt de (laatste Italiaanse)
camping gelukkig niet zo ver van het toeristische
stadje.
|
|
Vervolg in
deel 3: Corsica >
|
|