Alpen (2015)

Reisverslag

Index

Zondag 30/8 Utrecht-Mainz

Om 8:45 vertrek ik richting Soest, want vanwege werkzaamheden geen treinverkeer van Amersfoort naar Utrecht. Het regent nog pijpestelen dus alle regenkleding aan, maar zodra ik de straat uitfietst stopt het met regenen. Ik fiets langs het nieuwe fietspad langs de Eem naar Soest waar ik de stoptrein pak naar Utrecht. In Utrecht is L er nog niet, heeft hij zich verslapen? Gelukkig komt hij 5 minuten voordat de trein naar Eindhoven vertrekt op het perron. In de trein naar Eindhoven spreken we een vouwfietser uit Martigny die van Brugge naar Leiden was gefietst. In Eindhoven een korte overstap naar Venlo. Op station Venlo is een klein liftje waar maar één fiets tegelijk meekan, maar gelukkig hebben we ruim de tijd voor de trein naar Düsseldorf. We hoeven alleen nog fietskaarten uit de automaat te halen (10 losse euros, scheelt weer gewicht) want het Schönes-Wochenende ticket heb ik al online geboekt. We hebben zelfs nog tijd voor een (gratis) bakje koffie. Intussen is de temperatuur aardig opgelopen hier in het zuiden, het is al ruim 30 C. Gelukkig is het niet zo warm in de trein en plaats genoeg voor de fietsen. Opvallend veel security in de trein vanwege de vluchtelingencrisis. In Mönchengladbach zien we dat op het tegenoverliggende perron een rechtstreekse stoptrein naar Koblenz staat te vertrekken die we eigenlijk hadden kunnen halen. Nu moeten we in Düsseldorf 50 minuten wachten op de trein naar Koblenz. Bovendien blijken de liften in Düsseldorf zo klein dat een fiets alleen rechtop in de lift kan en hebben we vertraging vanwege het onschadelijk maken van een bom in de binnenstad van Koblenz. De aansluitende trein missen we, maar ontdekken een snellere verbinding, die net op zou aankomen in Mainz waarmee we toch nog de trein van zes uur kunnen halen. Die trein zit propvol met fietsers die langs de Moezel hebben gefietst en gedurende de treinreis komen er nog een aantal binnen, dus al onze tassen moeten eraf. Wanneer we na zessen in Mainz aankomen, tel ik er een stuk of 18 in de coupe en de helft moet hier uit. We missen door vertragingen weer de volgende aansluiting en besluiten daarom maar een camping in de buurt van Mainz op te zoeken. Die blijkt een km of 4 aan de overzijde van de Rijn te liggen. Via een imposante brug en wat fiets/voetpaden bereiken we de camping, een prima plek voor op doorreis. Na de tenten op te hebben gezet lopen we terug naar de mooie maar ietwat verlaten Altstadt van Mainz en eten een prima steak bij steakhouse El Chico, de nr. 1 van Tripadvisor. Na tienen is het nog steeds broeierig warm. We eten in de binnenstad nog een ijsje en wandelen terug naar de camping.

Maandag 31/8 Mainz-Basel; Basel-Bubendorf (4+26 km, 243 hm)

Trein van 9:13 naar Mannheim voor een iets langere overstap naar Karlsruhe. Uit de automaat halen we een Quer-Durchs-Landticket, ietsje duurder dan het Baden Würtemmberg-ticket wat oorspronkelijk de bedoeling was. De RB naar Mannheim heeft veel plaats voor de fietsen en is comfortabel, zelfs stopcontacten om de apparatuur te laden. Via Karlsruhe, waar we nog even de tijd hebben om buiten het station te kijken, gaan we verder naar Offenbach, waar de fietstassen weer eraf moeten want bij Freiburg komen veel fietsers erbij volgens de conducteur. Dat valt mee, maar de hitte in de trein valt niet mee. Om 15.15 stappen we uit bij Basel Badischer Bahnhof en laden de fietsen op. We verlaten meteen de stad via de fietsroutes langs de Noordelijke Rijnoever. We doen in Wyhlen, een dorpje net voor de grens, nog wat inkopen, steken de Rijn over bij de waterkrachtcentrale bij Auchst en fietsen Zwitserland binnen. De camping in Auchst is erg druk met veel gezinnen met kinderen dus die laten we maar links liggen. We fietsen langs de Romeinse restjes van Augusta Raurica die gewoon vanaf de openbare weg zichtbaar zijn. De veldweg even na het amphitheater blijkt een gewone verharde weg dus we kunnen een stuk afsnijden om weer op de weg naar Liestal te geraken. Het gaat op en af, af en toe worden we met een hoge snelheid ingehaald door dametjes op opgevoerde Flyers. Na Liestal volgt de route kleine weggetjes door beboste dalen. Rond zessen bereiken we in Bubendorf de beoogde camping, Talhaus. Er is geen receptie en het restaurant dat ervoor ligt blijkt niets met de camping te maken te hebben, we moeten de beheerder zelf bellen op zijn mobiel. Die komt al gauw langs en voor 26 Franken zetten we de tenten op op het grasveldje achter het toiletgebouw. Ofschoon het meer een bungalowparkje/woonwagenkamp is met vaste (?) bewoners en het veldje ruikt naar hondenpoep is het verder ok. Het sanitair is prima en er zijn ook voldoende stopcontacten om al onze apparatuur weer op te laden. Er is weinig vertier op en rond de camping dus we liggen na 21 al in onze slaapzakken.

Dinsdag 1 september Bubendorf-Brenzikofen (101 km, 1003 hm)

Het heeft 's nachts geregend maar als we rond zeven opstaan is het gelukkig droog. Snel de tenten afbreken en op pad voordat het weer begint te regenen want de MeteoSwiss app voorspeld niet veel goeds. Na zo'n 7 km belanden we inderdaad in een flinke plensbui. We schuilen onder een luifel bij een verpleeghuis in Niederdorf en kunnen even onze mail checken. Gelukkig wordt het weer droog en dat blijft bijna de hele dag zo tot begin van de avond. De weg blijft gestaag verder klimmen tot de Oberer Hauenstein (734m) bij Langebrück, waar we afslaan richting Teufelsschlucht waar de weg nog iets verder stijgt tot Bärenwil. We dalen een stukje te voet af om een kijkje te nemen in de Teufelssclucht. Daarna volgt een snelle afdaling naar het dal van de Aare. Dit dal volgen we een stukje via fietspaden en fietsroutes die de drukke wegen vermijden. Omstreeks 14 uur bereiken we Burgdorf, een stadje met een kasteel op een rots. Hier zouden we oorspronkelijk een camping opzoeken maar het is nog te vroeg en gelukkig ook nog redelijk droog. Na een late lunchpauze fietsen we weer verder over een vlakke gravelweg langs het riviertje de Emme in het Emmental, bekend van haar kaas.

Hierna wordt het wat drukker en volgen we de 229, soms volgen we de fietsroute over rustiger wegen, maar dat betekent wel meer klimmen en omwegen. Bij Grosshöchstetten doen we wat boodschappen bij een Coop en begint het weer wat harder te regenen. Gelukkig is het hierna vrijwel alleen maar afdalen tot camping Wydeli bij Brenzikofen (28 CHF) waar we na ruim 101 km en dik 6 uur fietsen natgeregend aankomen. Zodra het even wat minder hard regent zetten we de tenten op. Prima camping, we mogen bij de receptie onze maaltijd koken aan een tafel, droog onder de luifel. Da's beter dan in het natte gras voor de tent.

Woensdag 2 september Brenzikofen-Chateau d'Oex (76 km 1112 hm); Les Avants-Glion (8 km, 108 hm)

Over een vrijliggend fietspad dalen we af naar Thun. Daarna klimmen we het Simmertal in richting Zweisimmen. Eerst via fietsroutes, leuke weggetjes door groene Alpenweiden, op en af tot Oey. Hier wat proviand ingeslagen en koffiebroodjes genuttigd. Daarna pakken we de hoofdweg, de Simmentalstrasse, die niet zo druk is en minder op en af gaat dan de fietsroute, zo schieten we wat sneller op om redelijk op tijd in Glion te zijn waar we eind van de middag een afspraak hebben met de familie D. In Zweisimmen besluiten we weer de fietsroute op te pikken richting Saanermöser pas. Een fietsbordje waarschuwt ons voor een flinke klim, 300m hoogteverschil in 8km, gemiddeld nog geen 4% dus dat zal niet veel voorstellen. De klim blijkt echter bijzonder steil, meteen vanuit het dorp klimt het met zo'n 10%. Het klimmen gaat me echter goed af met de verbeterde Santos (verende voor een vaste voorvork vervangen, ander voortandwiel met lichtere versnellingen, nieuwe SPD pedalen). L. heeft dit jaar te weinig kunnen MTB-en en doet het wat rustiger aan. Ik heb al heel wat km's in de benen door het vele mappen en dat komt hier goed van pas. Even verder wordt het pas echt steil, 20-25% en moeten we lopen. De Garmin geeft hier zelfs 39% aan! Tig jaar geleden blijk ik hier ook te hebben gefietst met de ligfiets en kon toen nog fietsend bovenkomen!?

Op de Saanenmöser pas stoppen we bij het stationnetje. Daar nemen we de treinschema's door. Het aanvankelijke plan, helemaal doorfietsen tot het stationnetje van Les Cases en daar het treintje door de tunnel te pakken tot Les Avants laten we vanwege de tijd vallen om op tijd aan de andere zijde van het meer van Genève te komen. Er bestaat een mooie off-road piste over de Col de Jaman, maar die hadden we in de planning al uit ons hoofd gezet vanwege te zwaar met onze bepakte fietsen. In 1998 ben ik met de ligfiets om deze bergketen heen gefietst via de Col des Mosses en Aigle maar dat is te ver om. We nemen nu de hoofdweg linea-recta naar Chateau d'Oex om daar de trein van 16 uur te pakken. Die brengt ons voor 2x12 Franken pp (kaartje plus fiets) tot aan Les Avants aan de andere kant van de berg. De trein biedt genoeg plaats voor onze bepakte fietsen en we kunnen ze gewoon de trein inrollen. Onderweg wordt het landschap steeds fraaier en hebben we een beetje spijt dat we dit traject niet op de fiets hebben gedaan, maar het is wel comfortabel in de panoramawagon. Na de lange tunnel onder de Dent de Jaman door komen we aan in Les Avants. Hier stappen we uit de trein en dalen af tot Glion. Via de route de Caux is het weer fors klimmen tot Villa Ribeaupierre. De familie is net thuis van boodschappen doen en na ons boven op zolder geïnstalleerd te hebben wordt het nog een gezellige avond onder het genot van een typisch Zwitserse Raclette maaltijd.

Donderdag 3/9 Glion-Martigny (52 km 170 hm)

Vanochtend laat op en uitgebreid ontbeten. We besluiten om een uur of twee 's middags weer op pad te gaan want de weersvooruitzichten zijn nog prima en we willen bij goed weer over de lastige Sint Bernardpas trekken. Na een groepsfoto op het terras te hebben gemaakt dalen we af naar Montreux. Via drukke wegen fietsen we naar Villeneuve waar we een stop maken bij de toko van Michel. Daarna fietsen we verder het Rhonedal in. De op de Osmand kaart als veldwegen/tracks aangegeven wegen blijken prima geasfalteerd te zijn (wèl goed weergeven op de OFM). Via de fietspaden langs de Rhone passeren we het hoofdkantoor van de UCI (internationale wielrenunie) te Aigle. De camping in Martigny bereiken we rond 18 uur. De camping kost 31 Franken en ziet er prima uit, zelfs met wifi. Voor het avondeten maken we nog een wandeling naar het amphitheater.

Vrijdag 4/9 Martigny-Sarre (86 km, 2010 hm)

Lange rit over de Grote Sint Bernard pas (2473 m). Vanuit Martigny moeten we ruim 2000 hoogtemeters overwinnen. Mooi weer, zo'n 20 C. Het eerste deel is nog relatief vlak ca. 5% en verloopt over een drukke verkeersweg door de vallei van de Dranse. In Sembrancher slaan we wat proviand in bij een grote Coop. Na Sembracher kunnen we de hoofdweg wat vermijden via de oude parallelweg. In Bourg Saint Pierre bevindt zich de laatste camping vóór de col en we denken hier nog een bakkertje te kunnen vinden om nog wat extra broodjes in te slaan, maar er is helemaal niets. Via steile weggetjes klimmen we weer terug naar de hoofdweg en maken een lunchstop bij het vervallen Hotel du Vieux Moulin. Na Bourg St.Pierre volgt een saai traject door lange tunnelgallerijen. Van het autoverkeer weinig hinder, men houdt goed rekening met fietsers. Na de gallerijen splitst de weg in een tunnel voor het meeste auto- en vrachtverkeer en een 6 km lange weg over de col. Hier begint de échte pasweg, een fraaie en rustige bergweg van 7 kilometer, aardig steil, gemiddeld zo'n 8-10% maar prima te doen. Rond 16u bereiken we de pas. De lange afdaling naar het Aosta dal is prachtig. Via een fietspad langs de rivier bereiken we Sarre, waar we de tenten opzetten in camping Monte Bianco (€20).

Zaterdag 5/9 Sarre-Val Veny-Sarre (93 km, 1655 hm)

Vandaag richting Mont Blanc. De weersvoorspellingen waren gisteren niet zo gunstig, men verwachtte buien, maar 's ochtends blijkt dat reuze mee te vallen. Zonder bepakking trekken we westwaarts, eerst over drukke wegen, daarna nemen we rustige binnenwegen en zelfs hier en daar een fietspad langs de rivier Dora Baltea. De weg klimt geleidelijk, wel staat er een forse tegenwind. De regio Valle d'Aosta is tweetalig en veel plaatsnamen en wegwijzers zijn in het Frans. Het wintersportplaatsje Courmayeur ligt tegen een imposante muur van het Mont Blanc massief. Na het stadje slaan we linksaf een bergweggetje in naar het Val Veny. De weg stijgt fors, percentages van 10-15%. Luddo heeft zijn klimbenen terug gevonden, ik kan 'm niet bijhouden op zijn veel lichtere Cannondale. We passeren wat campings in het bos, hier vlakt de weg wat af. Aan het eind van het dal wordt de omgeving nog indrukwekkender, met watervallen, ruige hoge bergpieken en gletsjers. Het asfalt houdt op maar we fietsen nog een stukje over een onverharde gravelweg verder. Veel wandelaars, weinig ATB-ers. Na een tijdje keren we weer om, donkere wolken pakken zich samen boven de Mont-Blanc. Tijd om weer af te dalen naar de camping, nu via de grote weg. Gelukkig weinig verkeer en met wind mee zijn we weer snel beneden.

Zondag 6/9 Sarre-Cuorgnè (102 km, 1250 hm)

Vandaag een rustige dag, de eerste 30 km afdalend over vrijliggende fietspaden langs de Dora Baltea rivier tot Saint Vincent. De Matterhorn verschuilt zich achter andere bergruggen is helaas niet te zien, die laten we links liggen. We fietsen verder omlaag langs drukke en minder drukke wegen tot de omgeving van Ivrea, om de buitenwijken van Turijn heen. Na een pitstop in Loranze, waar L. nog zijn voorderailleurkabeltje moet vervangen, is het wat op en af tot Cuorgnè. We overnachten in hotel Astoria (€60), middenin het centrum. De fietsen mogen we in de ontbijtzaal stallen. Bij Pizzeria Royal lekkere pizzas gegeten. Morgen weer de bergen in zonder bepakking, dan staat de Col de Nivolet in het park Gran Paradiso op het programma.

Maandag 7/9 Cuorgnè-Colle del Nivolet vv (117 km, 2734 hm)

Na een uitgebreid ontbijt in hotel Astoria laden we de fietsen op. We fietsen de 60 km lange klim naar colle del Nivolet, gelegen in het Nationale Park Gran Paradiso. De eerste 40 km gaan vals plat omhoog. Bij Noasca maken we een lunchstop vlak voor de 3,5 km lange tunnel, waarin een 15% helling ligt. Naar het schijnt blijkt het drinkwater niet zo betrouwbaar te zijn, men heeft op het pleintje een vrachtwagen met jerrycans mineraalwater staan en dit smaakt prima. Volgens een lokale wandelaar is het tapwater echter ook prima te drinken. Na het dorp bereiken we de tunnel, gelukkig is er een oude weg om de tunnel heen, die echter niet meer onderhouden wordt. Deze weg is steil, het asfalt erg ruw, overwoekerd en er is zelfs een stuk van de weg weggeërodeerd, waardoor we een klein stukje door de tunnel(galleijen) moeten fietsen. Na de tunnel bereiken we Ceresole, een langgerekt vakantiedorp met veel campings aan een gelijknamig stuwmeer waar de weg wat afvlakt. Na Ceresole stijgt de weg weer verder met vele haarspeldbochten en magnifieke uitzichten op de bergen van Gran Paradiso. We komen telkens dezelfde fietsers tegen die ook deze fraaie col bedwingen. Om 16 uur na 8 uur fietsen bereiken we de pas op 2612m. Het weer betrekt dus het wordt tijd om weer af te dalen. Na een snelle afdaling zijn we na 2,5 uur weer terug bij het hotel. Omdat de meeste restaurants gesloten zijn gaan we weer bij Pizzeria Royal eten. Deze keer geen pizza, maar pasta met veel vlees, groentjes en patat. De overvloedige maaltijd die pas na lang wachten wordt opgediend, is binnen een mum van tijd verorbert door twee uitgehongerde fietsers.

Dinsdag 8/9, Cuorgnè-Chianocco (79km 640 hm)

Voordat we vertrekken moeten we nog even langs de fietsenmaker voor wat reserve derrailleurkabels. We nemen er meteen vier stuks want ik heb ook geen reservekabels voor mijn Rohloff. Via binnenweggetjes verlaten we Cuorgne. Het gaat wat op en af, soms een steil klimmetje maar nergens echt lastig. In het dal op weg naar Susa volgt de fietsroute vaak een fietspad, soms onverhard. Het laatste stuk tot de camping gaat over een drukkere weg. Camping Tizianelle in Chianocco (€21 per nacht) ligt een km of 10 buiten Susa, ingeklemd tussen drukke wegen en spoorlijn. Eigenlijk geen echte camping, meer een bungalowparkje. Sanitair is maar matig en er zijn muggen, maar er is geen alternatief in de buurt van Susa. Morgen staat een loodzware klim naar de Colle delle Finestre op het programma, zonder bepakking. Hopelijk blijft het weer droog, het is nu halfbewolkt met dreigende onweersbuien.

Woensdag 9/9 Susa-Colle delle Finestre-Sestriere-Susa (117 km, 2626 hm)

Vanochtend vroeg op, 7:15 al op de fiets want er staat een zware etappe op het menu, de deels onverharde Colle delle Finestre en daarna de Colle del'Assieta, een overharde kamweg. Via binnenweggetjes achter de camping bereiken we het dorpje San Giorio di Susa, de bakker is net open zodat we wat broodjes kunnen inslaan voor onderweg. Om acht uur rijden we Susa binnen en slaan de weg naar de Col in. Overal zien we roze fietsjes en aanmoedigingen op het wegdek gekalkt. De Giro was hier namelijk in mei langsgekomen. Het eerste deel van de col gaat door het bos, een zeer smal weggetje vol haarspeldbochten, gemiddeld 10%. Na 10 km houdt het asfalt op en wordt het een grindpad, wel goed geplaveid. Onderweg zien we veel racefietsers, waaronder een grote groep uit Nederland met volgauto. De groep maakt een rondje vanuit Susa. Ze dalen af via Sestriere, wij klimmen na een korte afdaling verder naar de colle del'Assieta. Deze weg is ook onverhard, maar in nog slechtere staat. Na een paar km zwoegen geef ik de pijp aan Maarten. Fietsen lukt me niet meer en ik geef een teken om te keren. L is al een stuk hoger geklommen maar heeft het gelukkig gezien. Dit gaat 'm niet worden, en we besluiten net als de NL groep af te dalen richting Sestriere. Na zo'n 500m te hebben afgedaald stijgt de weg weer tot Sestriere dat op 2000m hoogte is gelegen. Een saai uitgestorven wintersportoord. Hierna is het nog 57 km terug naar de camping, maar vrijwel continu afdalend. Om 18 uur zijn we weer terug op de camping.

Donderdag 10/9 Susa-Modane (78 km 1880 hm)


In Susa, dat op 10 km van de camping is gelegen, doen we boodschappen voor vandaag. De col Mont Cenis staat op het programma, een zware en lange klim op de Frans/Italiaanse grens. De eerste 10 km zijn erg zwaar, de klim begint meteen vanuit Susa met gemiddeld 10%. Vanwege de zware bewolking weinig vergezichten. Het is gelukkig droog. Pas bij het naderen van een stuwmeer Barrage St. Nicholas vlakt de klim af, de laatste haarspeldbochten tot het volgende stuwmeer zijn ook minder zwaar dan het begin. Langs het stuwmeer Lac du Mont Cenis bereikt de weg een soort hoogvlakte tot de uiteindelijke pas is bereikt. Het uitzicht valt tegen door het bewolkte weer en het profiel van climbbybike.com lijkt in het geheel niet op wat ik ervaarde, vooral het eerste stuk is zwaarder dan “op papier”. Na 27 km klimmen zijn we pas om half drie op de col. Prachtige afdaling, want aan de Franse kant schijnt de zon. Mooie vergezichten op de gletsjers van de Vanoise. Na een relatief korte afdaling tot Lanslebourg gaat het op en af. In Modane checken we in op de camping municipal Les Combes (€15).

Vrijdag 11/9 Modane-Lacets de Monvernier-Col du Chaussy- St. Jean de Maurienne (73 km, 1223 hm)


Vannacht regent het licht maar als we opstaan is het droog en opgeklaard. Vandaag een kort ritje dus we kunnen uitslapen tot acht uur. Bovendien moeten we tot 9 uur wachten totdat de receptie opengaat, want mijn batterij ligt daar nog op te laden à 50 eurocent. Enig minpuntje op deze verder prima camping. We dalen via de grote weg af naar St. Jean-de-Maurienne, een ritje van slechts 30 km. Na ruim een uur afdalen over een drukke weg (gelukkig mét fietsstroken) bereiken we de volgende camping al, Camping des Grands Cols. Helemaal ingericht op fietsers, met speciaal tarief voor fietskampeerders (we betalen maar 11€). De kampeerplekken hebben namen van beroemde cols, er is een plek om aan je fiets te sleutelen. Verder prima voorzieningen.
Na de tenten te hebben opgezet en een wasje te hebben gedaan, fietsen we verder zonder bepakking. Hoofddoel zijn de Lacets de Montvernier, een spectaculaire bergweg met tal van haarspeldbochten, bekend van de Tour de France, die hier onlangs is gepasseerd. Dat is ook te zien aan de talloze versierde fietsjes langs de weg. De klim zelf is niet zwaar, het uitzicht niet zo spectaculair als de beelden van de tv. Na de Lacets stijgt de weg nog verder tot de col du Chaussy, ruim 1500m hoog. De uitzichten zijn fraai, de weg is hier en daar uitgehouwen in de rotswand. Na het bereiken van de pas draaien we weer om en dalen af naar de camping in St. Jean de Maurienne. Onderweg nog even langs de Intermarché. Vergeleken met Italië zijn de Franse supermarkten gigantisch groot en het assortiment idem dito.

Zaterdag 12/9 St. Jean de Maurienne - le Bourg D'Oisans (78km 1862 hm)

Vandaag vanuit St Jean de Maurienne aan de Col de la Croix de Fer begonnen. Het is fraai zonnig weer. De weg klimt meteen steil omhoog vanuit het dorp met zo'n 10%. Onderweg talloze groepjes wielrenners die ook omhoog of naar beneden fietsen. Deze regio is zeer populair vanwege de vele beroemde Tour cols in de buurt. De op papier gemakkelijke aanloop van de col blijkt lastiger dan verwacht. Continu blijft de weg stijgen. Telkens hebben we mooie uitzichten op een berg met drie toppen, Aigle d'Arves. Pas na een serie tunnels daalt de weg enigszins en stijgt die later minder fors. In het laatste dorp voor de pas, Saint Sorlin d'Arves, klimt de weg weer fors en met tal van haarspeldbochten en fraaie uitzichten bereiken we de pas na 3,5 uur fietsen. We hebben pas dertig km gefietst en het is al weer half drie. Donkere wolken aan de andere kant van de pas. Via een snelle afdaling met een paar pittige klimmetjes bereiken we het stuwmeer van Defile de Maupasse. Daarna dalen we af naar het dal van Le Bourg D'Oisans, waar we de tenten opzetten bij Ferme Noemie. Deze zeer rustige camping is van alle gemakken voorzien. Het dorp is echter nog een kwartiertje fietsen. Gelukkig blijft het nog droog en zijn er langs de drukke weg fietspaden aangelegd. Morgen hopen we dat het een beetje droog blijft om Alpe d'Huez te beklimmen, de weersvooruitzichten voorspellen niet al te best weer voor de komende dagen en het regent nu af en toe.

Zondag 13/9 Rondje Alpe d'Huez (69 km, 2010 hm)

De hele nacht regent het en 's ochtends duurt het tot een uur of negen totdat het droog wordt. We fietsen naar Bourg d'Oisans. Dikke nevelslierten hangen tegen de berghellingen, een fraai gezicht. In het centrum wat broodjes voor onderweg en doen wat ansichtkaarten op de post. Dan beginnen we aan de beroemde klim naar Alpe d'Huez. Het zonnetje breekt door en het wordt meteen warm. De eerste kilometers zijn het zwaarst. We worden regelmatig ingehaald door andere fietsers, zelfs door een groepje kinderen. Na 1u40 (excl pauzes en fotostops) bereik ik de finishstreep, L doet er 4 minuten langer over. Twintig jaar geleden was ie veel sneller boven, tja de jaren gaan tellen ;-)
Na een lunchpauze op het podium fietsen we de verlaten spookstad uit, en klimmen nog wat hoger tot de bijna 2000m hoge col de Sarenne. Op dit fraaie weggetje komen we vrijwel geen verkeer tegen slechts een enkele fietser. Na de col dalen we af via een hobbelige afdaling tot het stuwmeer Barrage du Clapier. Het is nog mooi weer dus we besluiten niet verder te dalen richting Bourg d'Oisans maar weer te klimmen naar een panoramische fietsroute over de D211a die weer uitkomt in La Garde, het dorpje aan het begin van de klim naar Alpe d' Huez. De klim naar boven valt niet mee, continu 10%. Uiteindelijk bereiken we een weg die hoog boven het dal in de rotswand is uitgehouwen, een spectaculair uitzicht op Bourg D'Oisans. Via een snelle afdaling zijn we rond vijf uur weer beneden. Het is zondag, de grote Casino supermarché is dicht maar een kleinere in het dorp is nog open. Net op tijd keren we terug op de camping, want 's avonds begint het weer stevig te regenen. We kunnen de fietsen en de was droog in de garage stallen, en ons eten onder een afdakje bij het sanitairgebouw koken.

Maandag 14/9 Bourg d'Oisans-Cognin les Gorges (108 km, 1012 hm)

De hele nacht heeft het fors geonweerd met hevige buien. Gelukkig is het 's ochtends een beetje opgeklaard. Met af en toe een bui dalen we af naar Grenoble over een drukke verkeersweg, gelukkig zijn er fietsstroken. In Vizille verlaten we de drukke weg en via een klimmetje en snelle afdaling bereiken we Grenoble. Over vrijliggende fietspaden rijden we om de binnenstad heen en komen op een fietspad langs de Isère. Aan de ene kant geflankeerd door de hoge rotsen van de Vercors, aan de andere kant die van de Chartreuse. Vanwege de buien besluiten we niet door de Vercors te fietsen naar Pont-en-Royans, maar eromheen via het fietspad langs de Isère. We fietsen naar Cognin-les-Gorges waar we een camping a la ferme "la Chattoniere" vinden (15€, van alles voorzien, behalve wifi). Helaas zijn er geen winkels open in dit dorp en hebben we verzuimd eerder proviand in te slaan onderweg. We komen toch wel een dorpje tegen dachten we, maar het fietspad langs de rivier vermijdt iedere dorpskern. Op de camping slaan we de tenten op en fietsen na de buien langs de Gorges du Nan omhoog het Vercors massief op. We bereiken Malleval-en-Vercors, echter ook hier geen winkels. Wel is er een restaurant maar die is dicht. We dalen via dezelfde weg door de fraaie canyon weer af naar de camping en eten nog wat resteert van onze voorraden.

Dinsdag 15/9 Cognin-les-Gorges - Entre deux Guiers (71 km, 1145 hm)

We ontbijten dit keer met koekjes, brood is op want geen bakker in de buurt. Na het ontbijt fietsen we een km of vijf en ontdekken in Vinay een grote Super U, daar hadden we natuurlijk eerder naar toe kunnen fietsen want staat gewoon op de GPS vermeld. Na de nodige voorraden weer te hebben aangevuld, ontbijten we bij een sportparkje en gaan we verder over het fietspad langs de Isère, weer helemaal over hetzelfde stuk terug richting Grenoble en nabij Saint-Egreve trekken we de Chartreuse in. Collecteur L heeft hier een pittig klimmetje op het menu staan, col de la Charmette (1261 m). De klim blijkt kilometers lang te klimmen rond 10%. Na 13km klimmen bereiken we de top. De afdaling blijkt een voor al het verkeer afgesloten weggetje, ook voor wandelaars en fietsers vanwege de houtkap. Toch wagen wij het erop. Het weggetje is hier en daar slecht maar de uitzichten op de rotsen van de Chartreuse zijn fraai. We hebben geen last van boswachters en omvallende bomen en komen ongeschonden door een lange onverlichte tunnel. Beneden in het dal kamperen we in Entre deux Guiers. Camping L'Arc et Ciel ligt middenin het dorpje en maakt een prima indruk. We worden door een Nederlandse jongen die hier werkt ontvangen en mogen overal de tent opzetten. We kiezen een plek achter het sanitairgebouw en dicht bij de wifi zone. Hier kunnen de fietsen en de was droog onder de luifel, zijn er bankjes en stopcontacten in het strijkhok. Het weer is de hele dag bewolkt, maar gelukkig nog droog.

Woensdag 16/9 Entre Deux Guiers-Frangy (99 km, 1144 hm)

Het is merkwaardig weer. Er waait een warme föhnwind vandaag, het is zwaar bewolkt, er lijkt ieder moment een bui te kunnen vallen maar gelukkig blijft het de hele dag droog. Met wind in de rug zetten we koers noordwaarts, richting Mont du Chat. Na lang overleggen gaan we toch de loodzware klim niet op maar eromheen, over de 600m hoge col du Chat. Na de col fietsen we over een fraaie panoramaweg hoog boven het Lac du Bourget met uitzicht op Aix-les-Bains. Na een afdaling bereiken we Seyssel via een fietspad langs de Rhône. Het is nog wat vroeg om te stoppen en inmiddels zonnig en warm, tegen de 30 C!
Na inkopen gedaan te hebben bij de plaatselijke Casino, gaan we verder richting Genève en stoppen een 16-tal kilometers verder bij een camping te Frangy. Deze oogt wat vervallen, meer een soort woonwagenkamp. Het sanitair ziet er echter schoon uit dus we besluiten er de tenten op te slaan, er zijn immers weinig alternatieven verderop onze route. Onder de verlaten stacaravan naast de tenten vinden we een stekkerdoos waar we al onze apparatuur droog en veilig op kunnen laden. Het tuinmeubilair en terras van de caravan gebruiken we voor de avondmaaltijd en het ontbijt, kortom deze goedkope (€10) camping valt al bij al toch wel mee.

Donderdag 17/9 Frangy-Rolle (75 km, 676 hm)

Vanochtend zeer vroeg op gestaan want er werd erg nat weer voorspeld. Voordat de buien vielen de tenten droog afgebroken en voor achten al onderweg. Meteen begint het te regenen, eerst buien, daarna continu stromende regen. Na 10 km fietsen schuilen we onder een afdakje bij Auberge de la Goutte d'Or in Jonzier. We krijgen het koud en duiken het café in. Na een aantal kopjes koffie en een paar uur te hebben gewacht toch maar weer verder, van de regen in de drup.
Na weer 10 km helemaal zijn natgeregend in Soral, een dorpje net over de Zwitserse grens een lunchstop gemaakt onder een afdakje. Na enen klaart het een beetje op, dus verder richting Genève, over fietspaden en rustige fietsroutes door buitenwijken uiteindelijk aan het meer van Genève aangekomen. Het is gelukkig gestopt met regenen en via fietsroutes fietsen we de stad uit. Inmiddels is zelfs het zonnetje doorgebroken. Prachtige uitzichten op oa Rochers de Naye, Lausanne en zelfs de Mont Blanc laat zich even zien. Via Nyon vinden we in Rolle een drukke, vrij prijzige camping (35 Franken). Helaas heeft deze luxe camping geen picknicktafels en is het gras nog nat, waardoor we voor het koken uit moeten wijken naar een picknicktafel in het nabijgelegen strandparkje van Rolle.


Vrijdag 18/9, Rolle-Sugiez (107 km, 800 hm)

Vanochtend regenachtig. Zodra het een beetje droog is vertrekken we. Het is al half tien, iets later dan gewoonlijk. De eerste km langs het meer van Genève tot Morges bij Lausanne. Het regent af en toe, maar gelukkig niet al te hard. Daarna noordwaarts richting Yverdon aan het meer van Neuchâtel. Soms de fietsroute volgend, soms een alternatief over betonnen landweggetjes om stukken af te snijden. Het gaat continu op en af, de laatste km tot Yverdon een langere afdaling naar het meer. Het is inmiddels opgeklaard en droog. Na Yverdon volgen we fietsroute 5 over vlakke wegen langs het meer van Neuchâtel. In het centrum van Estavayer-le-Lac fietsen we een eenrichtingsstraat in de verkeerde richting. We worden op heterdaad betrapt door oom Agent die op zijn strepen wil staan en ons vermanend toespreekt dit niet meer te doen anders slingert hij ons op de bon. Onderweg komen we veel fietsers met bepakking tegen. We maken een praatje met de Amerikaan Bruce, die ook van Genève fietst over de route 5, richting St. Gallen. Na een stevig klimmetje van 13% dalen we weer af naar het meer en zoeken een camping op. Bij de eerste is de receptie al om 17 uur gesloten, maar 5 km verder vinden in Sugiez een grote vrijwel lege rustige camping Les 3 Lacs met prima voorzieningen (32 CHF). Deze heeft gelukkig wel overdekte en verlichte picknicktafels. Morgen verder via Biel en Solothurn richting Basel, waar we zondag hopen aan te komen.

Zaterdag 19/9 Sugiez-Aarburg (96 km 350 hm)

's Ochtends is het nog erg koud als we opstaan. Alles is erg vochtig, het is duidelijk dat de zomer voorbij is. We drogen de tenten op het terras van de camping terwijl we de spullen inpakken en ontbijten. Gelukkig blijft het droog. Donkere onweerswolken hangen boven de Jura dus we besluiten aan de voet te blijven en volgen de vlakke route 5, eerst langs de Bieler See (zuidoever) en vervolgens een fietspad langs de rivier de Aare, de route is vrijwel geheel vlak. Na Solothurn verder langs de Aare richting Olten. Het is inmiddels zonnig en droog, al hangen er wel overal dreigende wolkenluchten. Het is zaterdag dus redelijk druk op de fietspaden. We fietsen tussen de buien door en slaan de tenten op in Aarburg, 3 km van Olten. Campingplatz Wiggerspitz (28 CHF) is in tegenstelling tot de meeste Zwitserse campings geen woonwagenkamp/bungalowpark maar een 'normale' camping met prima voorzieningen.

Zondag 20/9 Aarburg-Basel (54 km, 420 hm)

Vanuit Aarburg via Olten, daar begint een korte klim van 6km naar Hauenstein op 612 m hoogte. Daarna een lange snelle afdaling tot Basel. We komen rond twaalf uur in de Altstadt. Er is nog tijd om een stukje de trein te pakken dus we fietsen verder naar Bad Basel Bahnhof. Uit de automaat halen we een Baden-Würtemmbergticket en nemen de trein van 13:48 richting Offenburg. In Karlsruhe waar we een bamimaaltijd op het station nuttigen pakken we de trein naar Philippsburg waar we een camping opzoeken. De receptie van campingplatz Freyersee is dicht, maar met behulp van een bewoner van dit bungalowpark blijkt de eigenaar in het huis naast de camping te wonen en kunnen we alsnog terecht op de camping.

Maandag 21/9 Emmerich-Arnhem (42 km, 112 hm)

De volgende dag van Philippsburg via Mainz en Koblenz naar Emmerich met een Quer-Durchs-Land-ticket. Per fiets trekken we naar Arnhem, waar we onderweg nog even een colletje (Elterberg) meepikken. Die blijkt nog behoorlijk lang en steil (8%) voor het vlakke laagland.

In Arnhem arriveren we omstreeks 18u30 uur, na de spits dus de fietsen mogen weer mee in de trein naar huis.