's Ochtends zeer vroeg op om de
boot te pakken die om 8 uur 's ochtends uit de
haven vertrekt naar Porto Santo. Porto Santo ligt
50 km ten noordoosten van Madeira, zo'n 2,5 uur
varen vanuit Funchal. De boottocht zelf is al een
belevenis op zich, we varen vlak langs de
zuidwestkust van Madeira. Deze kusstrook is het
dichtsbevolkt en wordt in rap tempo volgebouwd
met hotels en autowegen. Vanaf de kust is nog
beter te zien dat er op het vasteland een vlak
stuk grond strook voor de luchthaven ontbrak,
waardoor men moest uitwijken naar een platvorm
dat deels in zee is gebouwd. Vanaf de boot is
zijn de steile kliffen van Ponta de Sao Lourenco
van alle kanten goed te zien. Al gauw nadat
Madeira uit het zicht is verdwenen verschijnt
Porto Santo al aan de horizon.
Het eiland heeft duidelijk een
andere sfeer en karakter, het is er gemoedelijker
en het landschap kaler, dor en minder bergachtig.
Enkele vulkaantoppen domineren het eiland en de
markantste vulkaankegel is die van de Pico
Castelo, waar we een wandeling naar toe maken.
Het is niet al te ver lopen vanaf het centrum van
Vila Baleira en moeders gaat tot halverwege de
klim mee. Hier bevindt zich een picknickplaats (met
toilet) waarvandaan je een fraai panorama hebt
over het eiland. Ik loop nog even verder tot
boven via een smal pad. Bovenop de Pico do
Castelo (437 m) is een parkwachtershuisje met
keurig onderhouden bloementuin en fraaie
vergezichten over het hele eiland. Terug in Vila
Baleira maken we een strandwandeling over het
kilometerslange strand. Er waait een frisse harde
wind en het strand is nagenoeg verlaten. Tegen
het eind van de middag is het weer tijd om terug
te keren naar de boot, die om 19 uur weer
terugvaart naar Funchal. Tegen zonsondergang
bereiken we de kust van Madeira, waar dreigende
regenwolken zich samenpakken boven het eiland,
een indrukwekkend gezicht.