Bicycle tour Carpathian & Balkan mountains

Bulgarije

<- index

next page ->

 

English >

Belogradchik

Woensdag 2 juli, Baile Herculane - Vidin, 167 km

Zeer vroeg vertrokken uit Baile Herculane, want het was zéér heet overdag, zo'n 35 c. Het eerste deel ging langs de zgn. Portile de Fier, de IJzeren poort, waar de Donau door een soort kloof stroomt. Na de industriestad Dobreta Turnu Severin volgde een lange saaie rit door een golvend landschap van de Donau vallei. Het werd alsmaar warmer en warmer, en uiteindelijk bereikte ik Calafat, waar ik met de ferry over de Donau de Bulgaarse stad Vidin bereikte.

In Vidin moest ik wel een beetje wennen aan het cyrillisch schrift op de naambordjes etc. en de andere taal. Op zoek naar de camping ontmoette ik twee ervaren wereldfietsers, Jean-Pierre en Betty. Een 50+ echtpaar uit Colmar, die de Donau rivier aan het volgen waren van bron (Zwarte woud) tot monding (Donau delta in Roemenië) en daarna zijn ze van plan door Turkije te fietsen tot Syrië. Op de camping hebben we tot laat informatie uitgewisseld over onze reiservaringen. De voertaal was Frans, maar zij spreekt gelukkig ook Duits.

Vidin leek op het eerste gezicht duidelijk welvarender, vnl. het centrum met een wandelboulevard met vele winkeltjes en terrasjes zoals in het westen. Zoiets had ik met uitzondering van een grote stad als Brasov nergens in Roemenië gezien. Ook de winkeltjes en pompstations die ik later onderweg tegenkwam, waren beter voorzien dan de winkeltjes in Roemenië. De wegen zijn soms beter, zelfs perfect, maar er zaten ook veel slechtere stukken tussen. En er was opvallend veel minder verkeer.

Donderdag 3 juli Vidin-Belogradchik-Lopushanski klooster, 120 km

Na afscheid van het Franse stel te hebben genomen, weer vroeg op pad richting Belogradchik, een zeer pittoresk gelegen plaatsje. Al op de weg erheen bleek het verschil met Roemenië: er is nauwelijks verkeer, zelfs op de hoofdweg Vidin-Sofia, en helemaal weinig op de afslag naar Belogradchik. Nauwelijks dorpjes of mensen, zeer weinig winkeltjes (de dorpsbewoners blijken hier merendeels zelfvoorzienend te zijn), in tegenstelling tot Roemenië waar altijd wel een dorpje met een aantal winkeltjes te vinden was.

De wegen waren over het algemeen goed, maar soms ook behoorlijk slecht, slechter dan Roemenië. Maar vooral viel de leegte op en de zeer fraaie natuur. Vooral bij het naderen van Belogradchik moest er weer behoorlijk worden geklommen. Ook een tweetal zeer agressieve herdershonden ontmoet, die kennelijk hier geen fietsers waren gewend. Eéntje viel meteen mijn tassen aan en ik kon ternauwernood aan het beest ontkomen. Ook een 2e hond bleek het gelukkig vooral op mijn fietstassen te hebben voorzien ;-)

Uiteindelijk bereikte ik heelhuids Belogradchik, bijzonder fraai tussen spectaculaire rode rotsen gelegen. Het deed me erg denken aan Utah. Na Belogradcik zette ik koers naar het Lopushanski klooster, waar ik op het terrein van het klooster overnachtte in een prima guesthouse. De eigenaar sprak Duits en was zelfs 2x in Amersfoort geweest (voor een bruiloft en een handeltje in auto's).

Ladies market, Sofia

Vrijdag 4 juli, Lopushanski-Sofia, 122 km

Wederom vroeg op pad om de hitte te vermijden. Via Berkovica volgt een 20km lange klim tot de 1420 m hoge Petrohan Pas. Gelukkig veel bos en schaduw, dus het klimmen verliep zonder problemen. De lange afdaling tot Sofia bleek een heel lang stuk op/af te gaan de een overigens prachtige heuvelachtige en wederom vrij dunbevolkte streek. Aan het eind van de rit volgde dan een lange afdaling met prachtig zicht op de vallei waarin de hoofdstad was gelegen aan de voet van de ruim 2000 m hoge mount Vitosha. Langs een lange stoffige, drukke enigszins als een Western stadje aandoende weg vol kraampjes en kiosken bereikte ik het centrum van Sofia, waar ik een overnachtingsadres vond in een appartement in hartje centrum. De fiets mocht mee naar boven en vond een plaatsje in de keuken. Inmiddels ook kennisgemaakt met de bewoners en van hun muzikale voorkeur (veel alternatieve rock als Radiohead, Depeche mode, Nick Cave en Dead can Dance maar ook Bulgaarse bands en folk). Ze hebben ook een computer, maar helaas geen internet, want geen telefoonrekening kunnen betalen. Vanochtend heeft Mia me een beetje de fraaie stad laten zien voordat ze naar haar werk ging.
Ik ga zo terug naar het appartement, op Eurosport de Tour proloog volgen en mijn was doen.
Morgen blijf ik zeker nog hier, het is veels te warm om te fietsen en kamperen in een snikhete tent is geen pretje ;-)

Maandag 7 juli, Sofia

Nog steeds in Sofia, het is veel te gezellig om hier weg te gaan. :-)
Na het e-mailen zaterdag ben ik weer richting apartement gegaan, net op tijd binnen voordat een enorm onweer losbarste met hagelstenen als eieren zo groot. Na het onweer is het behoorlijk afgekoeld, nu aangenaam weer met temp. Van 25c en half bewolkt/zonnig weer. Gisteren met de bus richting de berg Vitosha gegaan, waartegen de berghelling het Dragalevski klooster is gelegen. Niet zo indrukwekkend als de Moldavische kloosters in Roemenië, en vrij klein. In het klooster was een Orthodoxe dienst aan de gang, gelukkig had ik mijn afritsbroek voorzien van pijpen, want een korte broek wordt er niet op prijs gesteld. ;-) Op de terugweg naar het apartement heb ik een flesje Bulgaarse wijn gekocht voor de maaltijd die een van de bewoners aan het koken was (ik kan gewoon mee-eten met de pot en kan doen alsof ik thuis ben): tarator (koude soep van komkommer en yoghurt met kruiden en knoflook) Shopska salad (gemengde salade komkommer, tomaat en bulgaarse kaas), omelet en brood. Erg lekker. 's Avonds de samenvatting van de tour op Eurosport gezien en muziek op een van de vele muziekzenders op kabeltv. Vandaag uitgeslapen en wat met de bewoners (allen werkende studenten) gekletst, erg interessant om te horen hoe het leven hier is. Samen met Petros, bijna afgestudeerd filosoof, de stad ingegaan en hem hier mijn website laten zien. Morgen is het plan een dag of 2 (?) naar de bergen te trekken, maar de fiets laat ik in Sofia en het plan is met de bus te gaan en kampeerspullen mee te nemen of misschien in een (berg)hotel daar te overnachten. Ik zie wel of er nog meer belangstellenden mee willen/kunnen gaan en of ik van een van de bewoners een grotere rugzak kan lenen.

Bansko

Dinsdag 8 juli, Sofia-Bansko

Het plan is om samen met Mia naar Bansko te liften, een wintersportplaatsje dat tegen het Pirin gebergte is gelegen. Met de bus vertrekken we naar Simeonovo, waar zij nog wat spullen uit haar oude kamer moet ophalen. Het huis is gelegen in een rustige en welvarende voorstad van Sofia, tegen de berghellingen van mount Vitosha. Na een kort bezoek vertrekken we per bus naar een van de uitvalswegen van de stad, waar we een lift proberen te krijgen naar het zuiden. Het is me al snel duidelijk dat liften in Bulgarije niet zo gebruikelijk is als alternatieve vorm van openbaar vervoer zoals in Roemenië. Gelukkig hoeven we niet al te lang te wachten, na ongeveer een klein uurtje worden we opgepikt door een vriendelijke en praatgrage trucker die op weg is naar Piraeus, Griekenland met een lading Nestle chocolade. Een haastklus, want de lading schijnt door de warme temperaturen al aan het smelten te zijn. Aan de E79 Sofia-Athene is men hard aan het werk de smalle weg om te vormen tot een 4 baans autosnelweg. Het geheel moet klaar zijn voor de Olympische Spelen van 2004. Vanuit de truckerscabine lijkt me het ondanks het fraaie landschap geen prettige fietsroute met al het (vracht)verkeer. Vlak voordat we gedropt worden bij de afslag naar Bansko, worden we door de chauffeur getrakteerd op een kopje koffie. Op de volgende lift tot Razlog hebben we niet langer dan 5 minuten hoeven te wachten en ook het laatste stuk verliep snel. Al met al bereiken we na 3 uur liften en wachten Bansko, een alleraardigst toeristenplaatsje aan de voet van het Pirin gebergte. In een van de vele pittoreske mehanas (herbergen) genieten we van een lokale specialiteit, gyuveche (stoofpot met oa tomaat, omelet, kaas een aardappel). Het is inmiddels na tienen als we in het donker op zoek gaan naar een geschikte kampeerplek. Met de hulp van de volle maan vinden we even buiten het dorp op de rand van het nationale park een vlak grasveldje aan een beek.

Woensdag 9 juli, Bansko-Vihren berghut, Pirin

Het Palace Hotel met meer dan 5 sterren (tent in Bulgaars is palatka, wat letterlijk paleisje betekent) blijkt een goede keus te zijn, als we de volgende dag ontwaken met een perfect uitzicht op de ruige Pirin bergketen. Na proviand en een wandelkaart in het dorp te hebben ingeslagen, vertrekken we via de geel gemarkeerde route richting de 1000 meter hoger gelegen Vihren berghut. Overal langs de weg wordt schijnbaar hard gewerkt aan het bouwen van nog meer accommodatie en een splinternieuwe kabelbaan naar de bergen. De werklieden zijn echter meestal in de cafeetjes te vinden of zoeken verkoeling op onder een struik Het pad is in eerste instantie goed begaanbaar, opvallend breed voor een wandelpad. Over niet al te lange tijd ligt hier een brede asfaltweg naar een van de vele skipistes in plaats van een wandelpad. Nadat we het einde van de autoweg-in-aanleg hebben bereikt, verandert de wandelroute in een nauwelijks begaanbaar en onderhouden pad door aardverschuvingen en ontwortelde bomen. Na een lange tijd een weg door het “oerwoud” te hebben gebaand, volgen we aan de overzijde van de beek weer een spoor van de autoweg-in-aanleg. Deze blijkt te eindigen bij een enorme bouwput midden in het bos, waar binnenkort een skicomplex zal verrijzen. Na wat rondvragen blijken we niet ver meer verwijderd te zijn van de hoger op de helling gelegen geasfalteerde weg naar de Banderitza en Virhen berghut. Na een moeizame en steile klim bereiken we de asfaltweg en daarna blijkt de eerste berghut niet al te moeilijk meer. Na een bord Tarator (koude soep van krastavitsa=komkommer) in het plaatselijke café volgen we weer de gele route langs de beek tot aan de laatste hut, Vihren, zeer fraai gelegen aan de voet van de gelijknamige berg, met 2914 m de op een na hoogste van Bulgarije.

De vele muggen maken het kamperen niet erg aantrekkelijk en voor 4,5 euro (tarief voor buitenlander, Bulgaren betalen 3 euro) kunnen we een bed in een van de “bungalows” (een soort trekkershut met stapelbedden) krijgen. In de café van de berghut ontmoeten we ‘s avonds vele interessante reizigers, zoals een in Duitsland studerende Bulgaarse milieukundige die onderzoek doet naar de beleving van de Bulgaar in de bergwereld en Mia meteen bestookt met een waslijst aan enquêtevragen. Een Duitse bioloog die onderzoek doet naar insecten in het hooggebergte. Verder veel Tsjechen, o.a Petra en Georgy die met drie vrienden een trektocht door de Bulgaarse bergen aan het maken zijn. Kortom het wordt een gezellig nachtje en na de vele glaasjes Melnik wijn is het moeilijk in het donker de bungalow terug te vinden

Donderdag 10 juli, Bansko

Na een zeer koude nacht in de bungalow besluiten Mia en ik samen met Petra een wandeling te maken naar de hoger gelegen bergmeertjes. Petra’s tochtgenoten wagen een poging om de top van de Vihren te beklimmen. Op mijn fietsschoenen blijkt de klim naar de bergmeertjes over de rotsige paden al moeizaam genoeg. De wandeling is echter bijzonder fraai en na een aantal lange rustpauzes/fotosessies aan de meertjes keren we aan het eind van de middag weer terug naar de hut. Na een smakelijke lunch van soep, bonen met tomaat en gepaneerde en gefrituurde cascaval (kaas) wandelen we met de Tsjechen naar de lager gelegen Banderitza hut, waar de bus naar Bansko vertrekt. Met Mia en ik als gids verkennen we andermaal het fraaie dorpje en onder het genot van een drankje in een van de herbergen in Bansko bestel ik als toetje, Banitsa, een gebakje met bladerdeeg gevuld met honing en spijs. Samen met het Tsjechische stel Petra en Georgy kamperen we weer op dezelfde plek aan de beek, even buiten het dorp.

Vrijdag 11 juli Bansko-Sofia

In plaats van terug te liften naar Sofia, besluiten we om samen met Petra en Georgy op de trein naar Velingrad te stappen. Zij willen van daaruit nog een kleine week de Rhodope en Rila bergen verkennen, alvorens de trein vanuit Sofia via Belgrado naar Praag te nemen. De treinreis Bansko-Velingrad is 75 km, waar de trein ruim 3 uur overdoet. Het bergachtige traject is echter zeer de moeite waard en in de trein ontmoeten we weer veel interessant volk. Vooral Petra is een zeer verheugd en fotografeert de lokale treinbevolking. De Tsjechen kunnen zich met hun Tsjechisch redelijk verstaanbaar maken, en ik heb gelukkig Mia als tolk. In een mum van tijd blijkt de halve trein met ons ‘buitenlanders’ te hebben kennisgemaakt. Ook Mia wordt aangezien voor Tsjechische en men is dan ook vaak verbaasd dat ze vloeiend Bulgaars blijkt te spreken ;-)
Een Bulgaarse moslim (veel van de plaatselijke bewoners blijkt van Turkse komaf en moslim) vertelt zijn hele levensverhaal en laat ons enthousiast al zijn papieren zien (paspoort, rijbewijs, bankpasjes, zelfs al zijn verzekeringspapieren). Ook blijkt hij als spoorwegbeambte goedkoop met de trein te kunnen reizen en heeft een aantal maal een trektocht door Europa gemaakt. Van Nederland zijn hem vooral de Amsterdamse Heineken brouwerij, Madam Tussaud en de rondvaartboten bijgebleven. Een andere Bulgaar (of was het een van de Tsjechen?) herinnerde zich vooral de koffieshops en de hasj. Een van de Turkse Bulgaren wist te melden dat vrienden met Turkse autobussen naar Amsterdam af te reizen om in Nederland al dan niet illegaal aan werk te komen. Na in Velingrad afscheid van de Tsjechen te hebben genomen, volgt nog een twee uur lange rit door een fraaie canyon tot het eindpunt Septemvri, waar we door de spoorwegman worden uitgenodigd voor een kopje koffie op een terrasje, om het laatste traject naar Sofia af te wachten. Deze trein blijkt een zeer comfortabele ‘westerse’ intercity trein, die alleen in een van de voorsteden van Sofia blijkt te stoppen.

Donderdag 17 juli, Sofia

Zo, eindelijk weer de mogelijkheid om te reply-en.
Ik heb genoeg gefietst en geen zin om in de hitte op de vele hellingen verder te fietsen ;-)

Sofia is een aardige stad met vele mooie kerken en verschillende culturen, op de rand van Europa en Azie. Verder is het niet zo bijzonder, gewoon een grote hoofdstad. Wat wel opvalt is de afwezigheid van grote winkels, er zijn wel overdekte shopping malls maar met allerlei kleine winkeltjes. Ik heb nergens een grote supermarkt gezien of een boekwinkel of platenzaak van enig formaat. Het meeste wordt verkocht op stalletjes aan de straat of op de levendige markt, de zgn. Zhenski Pazar (Ladies market).

Eergisteren heeft Eli me de platenzaken en boekhandels laten zien, op de markt kost een illegale cd zo'n 7 lev. De boekwinkeltjes stelden niet veel voor. De grootste die ik tegenkwam was kleiner dan de Bruna. Bij een cd zaakje een aantal folk cd's geluisterd en aangeschaft. Men was er bijzonder hulpvaardig en kwam met allerlei cd's aanzetten en ik werd uitvoerig geinformeerd over de herkomst en aard van de muziek. Verder de foto's van Bulgarije gescand in een internet café, ik zal ze zo proberen te uploaden.

's Avonds nam Mia me mee naar een duister oord, Lodkite waar de lokale jeugd bijeenkomt om een biertje te drinken en muziek te luisteren. Zeer toevallig kwam ze er een studievriend tegen, die nu in Groningen woont. Hij was hier op vakantie en had zijn Nederlandse vriendin meegenomen. Het was grappig om weer eens Nederlands te spreken.

Gisteren kwamen Georgy en Petra terug uit de Rhodope bergen. Samen met Mia zijn we de stad ingegaan en 's avonds zijn ze weer op de boemel naar Belgrado huiswaarts vertrokken. Ik heb hun weggebracht naar het station. De enige plek waar ik tot nu toe criminele activiteiten heb waargenomen. Eerst werd Petra bijna gerold door 3 zigeunermeisjes. Verder kwam er een mannetje aanzetten die ons verzocht haast te maken, de trein zou binnen enkele minuten vertrekken. De man begeleide hun naar de trein en bood aan een van de tassen te dragen. Bij de trein aangekomen hield hij zijn hand op voor de bewezen "diensten". Hij kreeg een paar stutinki (cent) en droop teleurgesteld af. Verder veel bedelende zigeuners hier, kinderen en moeders met kind, en lijmsnuivende kinderen. Je waant je inderdaad meer in Lima dan in een Europese stad. Alleen de krottenwijken ben ik hier nog niet tegengekomen. Wel in Roemenie, maar dan meer op het platteland, waar zigeuners in barakken en hutjes gemaakt van takken en plastic zakken leven. :-/

Maar soms lijkt het ook net Amsterdam, met al die trams. Alleen zonder fietsers, die zie je hier nauwelijks...

Ik vertrek morgen met Mia vanuit Sofia, eerst een stukje met de trein, zeer voordelig en er zijn in de langzamere treinen wel bagagewagons voor fietsen e.d. In het weekend bezoeken we Melnik, waar de Bulgaarse wijnen worden geproduceerd. Vanuit Melnik is het een lange dag of 2 korte dagen fietsen tot Thessaloniki.

Zaterdag 19 juli, Sandanski

Met al mijn bagage en fiets in Sofia op de trein gestapt naar Sandanski. Het loket verkoopt helaas geen kaartje voor de fiets dus zijn we op de bonnefooi maar in de reeds klaarstaande trein gestapt. De fiets kan gelukkig eenvoudig mee in de bagagecoupé. De conducteur is zo vriendelijk geen officieel tarief te berekenen (ca. 15 lev + administratie kosten voor twee enkeltjes plus fietskaartje) en vraagt voor deze dienst slechts 8 lev smeergeld. Niet gek voor een 3,5 uur durende treinreis ;-)

In het centrum van Sandanski treffen we een gezellig drukke winkelpromenade aan. Na een smakelijke lokale specialiteit in een restaurant gaan we op zoek naar een geschikte kampeerplek. Bij het zwembad aangekomen informeert Mia naar de camping. Die is enkele km verderop, maar de beheerder van het zwembad nodigt ons uit op het grasveldje van het zwembad te kamperen. Ook maken we graag gebruik van de aangeboden douche, het zwembad en het ernaast gelegen warme mineraalbad. Kortom, een perfecte kampeerplaats!

Zondag 20 juli, Melnik/Rozhen

De volgende dag vertrek ik per fiets naar Melnik en Mia met de bus. Melnik, waar de fameuze Bulgaarse wijnen vandaan komen, is een druk bezocht toeristenoord vol restaurantjes, hotels, pubs en natuurlijk wijnkelders. Het gehucht dat eens 20.000 inwoners telde, is bijzonder fraai gelegen temidden van indrukwekkende zandsteen kliffen. Terwijl Mia in het parkje uitrust van een vermoeiende werkweek, maak ik een wandeling in de omgeving. Vanaf een van de zandstenen heuvels een fraai uitzicht op het dorp. Vervolgens loop ik een stukje van de wandelroute door de canyon over een droogliggende, zandige rivierbedding richting het Rozhen klooster. Ik heb helaas geen water meegenomen en keer na zo'n 3 km weer om.

 

Onderweg genietend van de fraaie zandsteenrotsen, flora en fauna. Het klimaat hier in het zuiden van Bulgarije is duidelijk meer Mediterraan van karakter, met grote sprinkhanen, tsjirpende krekels, stekelige planten en reptielen, zo tref ik op mijn pad een uit de kluiten gewassen schildpad. Terug in het dorp bezoeken we een lokale kroeg waar het heerlijk koel is tussen de dikke muren en genieten we van de lokale wijn. 's Avonds als de ergste hitte over is, wandelen we over de asfaltweg naar het Rozhen klooster (het zanderige pad door de rivierbedding is weliswaar korter, maar met een bepakte fiets niet haalbaar). Gelukkig is de verharde weg eveneens een zeer fraaie route en ruim een uur later slaan we de tent op in de buurt van het klooster.

De volgende dag is het tijd om afscheid te nemen. Mia stapt in Rozhen, een 20 inwoners tellend gehucht, op de bus naar Sandanski en vervolgens Sofia. Ik daal af via Melnik en trek zuidwaarts richting Kulata. Bij de Griekse grens staat een lange rij wachtende trucks en auto's, maar met de fiets passeer ik de wachtende file probleemloos.

vervolg: Griekenland