Toeren in Tirol, 2002

Reisverslag

  home

routekaart

Passo Valparola

Proloog

Dit jaar is de Giro d'Italia in G(i)roningen van start gegaan, een unieke gebeurtenis die de wielerliefhebber zomaar niet voorbij kan laten gaan. Na het bezoeken van de Proloog in de binnenstad en de eerste etappe in het Drentse Zandberg lijkt het me een leuk vervolg het spektakel ook eens in de Italiaanse Dolomieten mee te maken. De autotrein naar Bolzano die dit jaar voor het laatst vertrekt is een optie, maar om een beetje in vorm te geraken lijkt me een vlakke aanloop vanuit München een beter plan. Via internet schaf ik een supervoordelig treinretourtje aan voor het traject Köln-München. Voor slechts 77 euro bespaar je met een Surf & rail ticket dat je zelf thuis kan uitprinten zo'n 60%. De NS maakt het me echter bijzonder lastig een aansluitende trein te vinden waarmee de fiets mee mag, laat staan terug kan. Ik besluit daarom om eerst naar de grens te fietsen en de volgende dag in Kleve de stoptrein naar Düsseldorf te nemen.

Amersfoort-Rhenen-Dodewaard-Nijmegen-Berg &Dal-Groesbeek (77 km)

Na een regenachtige rit tot Rhenen klaart het op en volgt een leuk ritje langs de grote rivieren. De zevenheuvelenweg naar Groesbeek is haast buitenlands fraai. Na een frietje met zoek ik de Staatsbosbeheer camping op. Een open plek in het bos, een kampeerterreintje zonder enige voorzieningen, zelfs water ontbreekt. Ik heb geen kampeerbewijs maar geen boswachter die het controleert en volgens de SBB site op het internet is een bewijs niet meer nodig.

Ma(pei) supporter

Michael Boogerd rijdt een prima proloog

Groesbeek-Kleve (19 km); München Hbf-camping Thalkirchen (8 km)

De volgende dag is het gelukkig droog. In Kleef schaf ik een enkele reis Köln via Düsseldorf aan.Voor het traject Köln-München heb ik reeds via het internet een retourtje aangeschaft. Een plaats voor de fiets voor de IC naar München (is verplicht) kan helaas niet gereserveerd worden. In Düsseldorf lukt het echter zonder probleem een plaats voor de ligfiets te krijgen in de ruime fietswagon. Na een lange rit stap ik na zessen uit in München en ga op goed geluk richting zuiden, waar in de buurt van de dierentuin aan de Isar de stadscamping is gelegen.

Routekaart:

Dag 1: München-Bad Tölz- Lenggries- Jachenau-Walchensee- Wallchau- Mittenwald (101 km)

Vrijwel de hele nacht regent het. 's Ochtends is het gelukkig wat droger als ik direct achter de camping de fietsroute langs de Isar richting Bad Tölz op fiets. Deze Isar radweg is wisselend van kwaliteit: soms prima gravel, maar ook vaak stenige en modderige bospaden. Eenmaal buiten de periferie van München zoek ik het snellere asfalt op van de Bundesstrasse richting Bad Tölz, een fraai Beiers stadje. Via een prima fietspad langs de Isar bereik ik Lenggries, waar ik de rustige en landschappelijk fraaie binnenweg naar Jachenau insla. De vrijwel vlakke route langs de Walchensee is een geliefde fietsroute, auto's moeten hier tol betalen. Pas voorbij Walchau trekt de bewolking weg worden de besneeuwde Alpen toppen zichtbaar. Het wordt zowaar aangenaam warm zodat ik op de camping van Mittenwald mijn natte tent en spullen eindelijk kan drogen.

Bad Tölz

Dag 2: Mittenwald - Leutasch - Telfs - Imst - Landeck - Prutz (101 km)

Direct in Mittenwald klimt een zijweggetje vrij fors het bos in richting het Oostenrijkse Leutasch. Gelukkig is het steilere deel niet al te lang en vlakt de weg af op het hoger gelegen dal van de Leutascher Ache. Aan het eind van het dal volgt nog een klein klimmetje naar de pas, gevolgd door een steile afdaling naar het dal van de Inn.

Tijdens de afdaling klapt mijn voorband, al slingerend kan ik de ligger tot stilstand brengen. Na het verwisselen (oorzaak vervormd velglint) zit de schrik er goed in en daal ik zeer voorzichtig af naar Telfs. Ook de net gemonteerde nieuwe Schwalbes Marathons rollen nog niet zo lekker over het wegdek als ik gewend ben.

Vanaf Telfs volg ik de Inn radweg, een prima bewegwijzerde fietsroute langs de Inn van Maloja (CH) naar Passau (D). De route loopt parallel aan de rivier en autobahn over verkeersvrije landweggetjes en paden, alleen rond Imst is het even zoeken naar de juiste route. Na Landeck begint het weer eens te regenen en telkens schuilend voor de buien bereik ik nog redelijk droog de camping in Prutz.

omgeving Leutasch

Dag 3: Prutz - Nauders - Reschen pass - Mals - Schlanders - Naturns/Naturno (105 km)

De volgende dag is het gelukkig droog en vervolg ik de Inn radweg over een verkeersarme parallelweg langs de rijksweg. Na Pfunds laat ik het dal van de Inn achter me en klim over een smalle drukke weg naar Nauders en Reschen pas. De klim is echter met 4% niet zwaar en verloopt zeer geleidelijk. Vanaf de Reschen pas heb je een fraai panorama over de besneeuwde Ortlergroep (nationaal park Stelvio). Via een parallel aan de rijksweg lopend fietspad langs de Reschensee en pauzeer bij een verdronken kerkje.

De wolken muggen verdrijven me echter gauw weer naar de iets hoger gelegen verkeersweg. De lange afdaling langs de Adige/Etsch volg ik de drukke rijksweg 40 hoewel er ook een parallel lopende fietsroute (Vinschgau radweg) bestaat. Na Schlanders heb ik genoeg van de verkeersdrukte en fiets ik over kleine weggetjes door de wijngaarden tot Naturns. In Naturns vind ik een leuke camping midden in het dorp met bovendien gratis snelle internetverbinding.

Dag 4: Naturns - Merano - Lana - Bolzano - Eggen tal - Karerpass /Pso.di Costalunga - Vigo di Fassa - Pera (94 km)

Helaas is het fietspad langs de Adige (Etsch) afgesloten, waardoor ik de drukke rijksweg naar Merano moet nemen. Door de drukte mis ik de afslag via Marlengo naar Lana maar na een rondje door het centrum vind ik alsnog de rustige route naar Lana. Via kleine weggetjes door de wijngaarden steek ik bij Vilpian de Adige weer over. Door de aanleg van de autoweg is de oude rijksweg N38 naar Bolzano opvallend rustig. Via fietspaden langs de Eisack bereik ik vrij gemakkelijk de uitvalsroute richting Brennerpas. Even buiten de stad sla ik het Eggental in en begin aan de eerste serieuze col van de tocht, de Karerpas / Passo Costalunga. Bij het binnenrijden van de smalle kloof stijgt de weg meteen fors met percentages tot 16%. Na een paar kilometer vlakt de klim gelukkig wat af tot circa 5-7%. Na zo'n 16 km klimmen wordt het weer vanaf het dorp Welschnofen/Nova Levante knap lastig met percentages van rond de 10%. Bij het bereiken van de Karersee vlakt de klim af, maar begint het langdurig te regenen. Na een tijdje gepauzeerd en gescholen te hebben in een café zijn de buien nog steeds niet over getrokken wanneer ik weer op de ligfiets stap voor de laatste kilometer tot de pas. Na een lange en koude afdaling vind ik in Pera een troosteloze en lege camping die gelukkig wel open is.

Eggen tal

Dag 5: Pera - Canazei - Passo di Sella - Passo di Gardena - Corvara (43 km)

De volgende dag is het nog maar een klein stukje fietsen tot Canazei, het beoogde 'basiskamp' waar vandaan ik de Giro zou kunnen bezoeken op Pordoi of Fedaia. Het motregent en het is slechts 5 graden en de niet erg aantrekkelijke camping nodigen niet uit om nu al de tent op te zetten. Ik besluit ondanks het slechte weer toch maar verder te klimmen over de Sella pas tot Corvara. Al gauw kom ik tijdens de eerste kilometers boven het dorp de eerste tifosi tegen die al een dag van tevoren een geschikt plaatsje zoeken. Een groep wielerfanaten uit Parma nodigen me uit voor een hapje en een drankje. Ik word volgestopt met worstebroodjes en gebak, maar de wijn, die rijkelijk in enorme bierpullen vloeit, laat ik aan me voorbijgaan. Ik heb immers nog 2 passen voor de boeg. Wanneer ik weer op de ligfiets stap krijg ik nog een stuk Parmezaanse kaas mee voor onderweg en luid aangemoedigd door de enthousiaste menigte klim ik weer verder. Nauwelijks op gang passeer ik de volgende eettent waar men me weer luid aanmoedigt en uitnodigt voor een wijntje. Even verderop laat ik de drukte achter me en sla de weg richting Passo di Sella in. De klim verloopt zeer geleidelijk, zo'n 7-8%, en valt ondanks de motregen reuze mee. Boven de boomgrens is de motregen zelfs overgegaan in sneeuw. De enorme steenklompen van het Sella massief door de wolkenflarden zorgen voor een onheilspellende sfeer. Na een korte afdaling is de klim naar de Gardena pas, die vlak langs de besneeuwde rotsmassieven leidt, nog indrukwekkender. De klim is kort en niet al te steil, gemiddeld 4%. Gelukkig knapt het weer op wanneer ik aan de lange, bochtige en zeer fraaie afdaling naar Corvara begin. In het fraai gelegen Corvara tref ik een vrijwel lege camping en een droogkamer waar ik de was op kan hangen.

Links:

Sella pas in de sneeuw

Gardena pas

Dag 6: Corvara - Passo di Campolongo - Passo Pordoi - Passo di Campolongo - Corvara (45 km)

Het is mooi zonnig weer en al vrij vroeg op pad om een mooi plekje op de Pordoi ut te zoeken, want vandaag trekt in de 16e etappe de Giro karavaan over de Dolomieten. Allereerst moet de Campolongo overwonnen worden, zonder bagage een niet al te zware hindernis. Langs de kant van de weg wemelt het al van de wielertifosi, met de gebruikelijke taferelen. Ik sla de vele verzoeken om aan te schuiven voor de wijn zo vroeg op de dag maar af, anders kom ik nooit bovenop de Pordoi. :o)

In Arabba verzamelen zich hele pelotons fietsers die allen de Pordoi willen bedwingen om de karavaan op te wachten. De klim naar de Pordoi is lang en regelmatig (7%) maar echt zwaar wordt het nooit. Met de ligfiets ben ik langzamer dan de meeste andere fietsers. Ik doe het echter op mijn gemak terwijl mijn fietsende collega's vaak behoorlijk afzien op te grote verzetten. De Pordoi heeft van heerlijk lopende haarspeldbochten, waar je met een klein verzetje flink wat vaart kan maken in de vlakkere binnenbocht om vervolgens het steilere stuk te bedwingen. Een aantal mountainbikers die een tijdje in mijn wiel blijven hangen roepen bewonderend "come Armstrong!" ("net als Armstrong!") als ik met een klein verzet en hoge cadans de klim bedwing.

Bovenop de Pordoi aangekomen beland ik in een enorme kermis en de afdaling is niet veel anders. Ik daal zo'n kilometer af en vind een mooi plekje op de bergweide. De in de greppel geparkeerde Wizard trekt veel bekijks. Op een klein tv-scherm van een van de toeschouwers kan ik het verloop van de etappe volgen en zie tot mijn verrassing dat de Drent Addy Engels aardig voorin een kopgroep de Fedaia oprijdt. De vele uren wachten vliegen voorbij als de eerste renners op de top van de Pordoi arriveren, de Mexicaan Perez Cuapio aan kop. Ook Engels kan zich redelijk handhaven, maar helaas lijkt Boogerd de man met de hamer te zijn tegengekomen. Het duurt dan nog een hele tijd voordat de bus langstrekt met Mario Chippolini aan kop die de luide aanmoedigingen breed lachend in ontvangst neemt.

Na het passeren van de bus stappen velen op de fiets en beginnen aan de terugtocht en ook ik klim terug naar de top. Bovenop de col chaotische taferelen, fluitende en nerveuze agenten maken me duidelijk dat de laatste renners er nog aankomen! De coureurs moeten tussen de drukte maar zien hoe ze nog op tijd binnen komen. Na de bezemwagen klim ik weer op de ligfiets en daal in een groot peloton fietsers achter het peloton aan naar Arabba en terug naar Corvara over de Campolongo pas. Deze pas is vanuit Arabba een stuk steiler en lastiger. Als ik uiteindelijk in Corvara aankom is men al bezig de spandoeken en dranghekken te verwijderen.

Passo Pordoi

Passo Pordoi

Perez-Cuapio

Pordoi

Dag 7: Corvara - Passo di Valparola - Passo di Falzarego - Cortina d'Ampezzo (48 km)

De 17e etappe van de Giro vertrekt in het centrum van Corvara, op loopafstand van de camping. Het is een prachtige zonnige dag als de renners op het podium de presentielijst tekenen. Ik maak met Michael Boogerd een praatje en wens hem nog veel succes met de komende etappe. Hij lijkt niet zo happy dat er opnieuw een zware bergrit op het programma staat. Vooral wanneer Mario Chippolini zijn opwachting maakt raakt het massaal toegestroomde publiek bijkans buiten zinnen.

Wanneer het peloton is vertrokken loop ik terug naar de camping om mijn spullen te pakken. De camping is voor Italiaanse begrippen met €15 voor 2 dagen niet al te duur. Gelukkig is het nog niet het hoogseizoen, want dan betaal je echter al gauw 2x zoveel… Via het dal van San Cassiano klim ik naar de Valparola pas. Vooral het laatste stuk van 7 kilometer waarin 600 meter hoogteverschil moet worden overwonnen, is met gemiddeld 9% vrij pittig. Vanaf de col heb je een fraai uitzicht op de besneeuwde Dolomieten pieken. De weg daalt vervolgens licht af naar de volgende pas, de Falzarego, met onderweg spectaculaire vergezichten op het ruige Tofane massief en de gletsjers van de Marmolada.

Een lange en snelle afdaling voert me naar het bijna 1000 meter lager gelegen Cortina d'Ampezzo, waar ik vroeg in de middag een van de vele campings opzoek.

Mario Chippolini

Mario Chippolini

Op weg naar Valparola pas

nabij Valparola pas

Falzarego pasFalzarego

Falzarego pas

Dag 8: Cortina - Passo Tre Croci - Misurina - Auronzo di Cadore - s. Stefano - Sappada - Ovaro -Villa Santina (118 km)

Meteen al vanuit de camping gaat het stevig omhoog richting Cortina. De klim naar de Tre Croci pas is met percentages tot 12% ook vrij lastig, maar gelukkig is het door de bewolking minder warm dan gisteren. Wanneer ik bij het fraai gelegen Misurina arriveer, hindert de bewolking het fraaie uitzicht op de Tre Cime di Lavaredo. Een pittige fietstocht omhoog naar de berghut gevolgd door een bergwandeling lijkt me met het oog op het naderende onweer niet meer zo'n goed plan. Bovendien is de plaatselijke camping ook nog eens gesloten en besluit daarom verder af te dalen over de vrij rustige N48 naar Auronzo. De oude binnenweg naar San Stefano, die om de tunnel leidt kan ik echter nergens vinden. Een aardig alternatief lijkt me de weg 619 over de Cima Ciampigotto, maar die pas blijkt helaas afgesloten. Er zit niets anders op dan het toch maar door de 4 kilometer lange tunnel te wagen. Gelukkig is deze verlicht en rijdt er niet al te veel verkeer doorheen. Na S. Stefano klimt de weg weer geleidelijk naar de Cima Sappada. De drietal op de kaart aangegeven campings zijn niet te vinden of nog gesloten. Na een lange afdaling bereik ik Ovara, waar ik de bordjes richting camping volg. Na een moeizame en steile klim tref ik de nog gesloten camping aan. Het terreintje oogt meer als een parkeerterrein voor caravans wat het niet erg aantrekkelijk maakt om hier te gaan (wild)kamperen. Ik daal verder af richting Tolmezzo en besluit in Villa Santina maar een eenvoudig hotelletje op te zoeken.

Cortina d'Ampezzo

Cortina d'Ampezzo

Lago di Misurina

Dag 9: Tolmezzo - Sella Nevea - Passo di Predil (Slovenië) - Bovec (87 km)

Via de minder drukke SS13 parallel aan de autosnelweg Tolmezzo -Tarvisio trek ik verder oostwaarts. Het landschap bestaat hier uit steile, dichtbegroeide berghellingen met een meer subtropisch, mediterraan karakter dan de ruige alpiene Dolomieten. In Chiusaforte sla ik rechtsaf naar de Sella Nevea pas richting de Sloveense grens. De col is behoorlijk pittig met lange stukken van 10%. Gelukkig voert de klim door een bosrijk gebied met veel schaduw. Na een fraaie afdaling tot Lago Predil volgt nog een korte klim naar Passo Predil. Bovenop deze pas steek ik de Sloveense grens over en daal over een smalle, rustige weg af door het fraaie Triglav nationale park.

Bovec is een aardig toeristisch plaatsje met alle voorzieningen. Na geld gepind te hebben (100 sloveense tolar is ongeveer gelijk aan de oude gulden) zoek ik begeleid door 2 lokale fietsertjes de camping op. Deze is beduidend drukker en aanzienlijk goedkoper (4,5 euro) dan de Italiaanse campings. De vriendelijke campingbaas geeft me ook nog eens 2 munten van 1 DM kado, goed voor 2 warme douches. Tip: oude DM munten kunnen hier nog voor de warme douche op de campings worden gebruikt.

Sella Nevea

Sella Nevea

Triglav Nat. park

Dag 10: Bovec - Kobarid - Tolmin - Podbrdo - Bohinjska Bistrica (92 km)

De op de kaart aangegeven 'rode' hoofdweg naar Kobarid is opvallend rustig en door de EU subsidies van uitstekende kwaliteit. Onderweg kom ik redelijk veel fietsers tegen. Na Tolmin sla ik een smal weggetje in naar Podbrdo. Afgezien van wat gemeen steile stukken is het een vrij gemakkelijke rit tot Podbrdo. Als enige passagier stap ik voor zo'n 2 euro op de autotrein (met aparte fietswagon) die me via een lange tunnel naar Bohijska Bistrica brengt aan de andere kant van de bergrug. De korte treinrit bespaart me een flinke rit over de Bohinjsko Sedlo pas en vormt een leuke onderbreking van het fietsen. Na een e-mailtje vanuit een internet café te hebben verstuurd maak ik nog een tochtje naar het Boh. Jez, een fraai gelegen bergmeer. De plaatselijke camping in Ukanc is bomvol en lijkt me niet al te aantrekkelijk. Ik keer daarom maar weer terug naar Bohijska Bistrica waar ik de luxe en vrij lege camping opzoek. Voor hetzelfde bedrag dat ik anders in Italië geheel aan een kampeerplek zou hebben besteed kan ik in Slovenië ook nog genieten van een uitgebreide maaltijd in het aanpalende restaurant. Slovenië is me met de rustige wegen, de gastvrije bevolking en de fraaie natuur tot nog toe uitstekend bevallen als fietsvakantieland.

rivier Soca bij Tolmin

Dag 11: Boh. Bistrica - Boh. Bela - Bled - Radovlica - Bled - Gorje - Radovna - Mojstrana - Dovje (75 km)

Via een mooie route langs Boh. Bela bereik ik het drukke toeristische plaatsje Bled, gelegen aan een bijzonder fraai gelegen meertje. In de 'shopping mall' van Bled vind ik een bibliotheek met (vrij dure) internettoegang. Hier lees ik in de mail dat Harry 'Zaanini' zich tijdens de dolomietenrit in Canazei bevond, aan de voet van de Pordoi! Vanuit Bled vind ik een zijweggetje richting Ribno en pension 'Krek' die me via allerlei kleine land- en bosweggetjes uiteindelijk in het schilderachtige plaatsje Radovljica brengen. Een razend drukke snelweg weerhoud me er van om via Jesnice westwaarts te trekken. Ook de hoofdweg terug naar Bled is onaangenaam druk, maar gelukkig is het maar een kort stukje. In Bled probeer ik de binnenweg naar Mojstrana te vinden. Via een flinke klim richting Zatrnik vind ik de afslag naar Radovna, een verkeersarm gravelweggetje door een lieflijk bosrijk dal. Ik sla iets te vroeg af naar Zgornja Radovna en beland op een zeer ruig rotsig pad, maar de pas gemonteerde Swallow Marathons blijken goed over de keien te rollen. Het gehucht Zgornja Radovna aan het eind van het dal is bijzonder fraai gelegen tegen de muur van bergen van het Triglav massief. Via een kort maar bijzonder steile klimmetje van 20% daal ik af naar Mojstrana, waar ik een kleine en goedkope (3,5 euro) camping aantref.

Bled

Radovljica

Dag 12: Dovje-Kransjka Gora-Koren/Wurzenpass (A)-Villach-Spittal (88 km)

De snelweg naar Gozd Martuljek is gelukkig niet al te druk en vanaf het dorp is zelfs met EU steun een breed en fraai fietspad tot aan Kransjka Gora aangelegd. In Kransjka Gora wissel ik de resterende Tolars weer om voor euro's en sla bij Podkoren af richting de 3 km lange Wurzenpas. Afgezien van enkele honderden meters van 18% vormt deze pas geen hindernis van enige betekenis en al gauw fiets ik Oostenrijk in. Na een snelle afdaling pik ik bij het bereiken van de river de Gail de fietsroute op richting Villach. In Villach verlaat ik de stad weer over het jaag/fietspad langs de rvier de Drau. Deze autovrije fietsroute is uitstekend bewegwijzerd en zonder noemswaardige inspanningen bereik ik Spittal, waar ik een eenvoudig kampeerterreintje met lauwe douche aantref.

 
Dag 13: Spittal-Möllbrücke-Winklern-Heiligenblut (89 km)

Ik vervolg de Drau radweg tot Möllbrücke, waar ik de Möll stroomopwaarts volg. Ook hier volg ik een uitstekend onderhouden en bewegwijzerde Grossglockner radweg over verkeersarme land- en bosweggetjes parallel aan rijksweg 106. Het dal van de Möll is wat smaller en de fietroute loopt dan ook niet altijd vlak langs de rivier, waardoor er soms stevig geklommen moet worden. Na Mörtschach houdt de fietsroute er plots mee op (is nog in aanleg?) en fiets ik over de 107 tot aan de voet van de Grossglockner pas. In Rojach kampeer ik op een kleine maar uitstekende camping. Het tot nog toe warme en zonnige weer heeft plaatsgemaakt voor een flinke depressie die veel buien aanvoert, 's avonds gevolgd door langdurige periodes met regen.

Bruggetje over de Möll, Grossglockner radweg

Dag 14: Heiligenblut-Lienz-Tauerntunnel-Kitzbühel (verplaatsing per camper)

Het heeft die nacht onophoudelijk geregend en even ik vrees dat ik met tent en al weggespoeld wordt door het wassende water van de Möll. De volgende ochtend regent het nog steeds pijpestelen. Een rit over de gevreesde Grossglockner zit er met dit weer absoluut niet in. Op de camping spreek ik een Australische familie die op het punt van vertrekken staat. Ze zijn ook van plan over de Grossglockner te trekken en bieden mij spontaan een lift aan in hun (gehuurde) camper. Ik heb geen bedenktijd nodig en aanvaard het aanbod dankbaar. De ligfiets blijkt makkelijk in het gangpad van de camper te passen en na de natte tent te hebben ingepakt vertrekken we richting de pas. Bij de tolpoort blijken echter sneeuwkettingen te zijn vereist, waardoor we genoodzaakt zijn rechtsomkeert te maken en via Lienz en de beruchte Felbertauern tunnel het Tauern gebergte over te steken. Het weer blijkt zowaar droog te zijn aan het andere eind van de tunnel. Onderweg passeren we talloze fietsers die omhoog klimmen. Ik vraag me af of ze bij de tunnel weer omdraaien of dat ze door de tunnel verder mogen fietsen. Als dat al is toegestaan een levensgevaarlijke onderneming. In Kitzbühel, waar de zon zowaar nog schijnt, laat ik me droppen en na een gezamelijke picknick neem ik afscheid van de Ozzies.
Op de plaatselijke en peperdure camping kan ik zo lang het nog droog is mijn natte spullen drogen, maar dit blijkt tevergeefs, want 's avonds komt ook hier de regen met bakken tegelijk uit de lucht.

Ozzies

Oostenrijkse fietspaden (l) Tauern gebergte (r)

Wilder Kaiser gebergte bij Kitzbühel

 
Dag 15: Kitzbühel-St. Johann-Kössen-Walchsee-Niederndorf-Nussdorf (D) (64 km)

In Zuid Duitsland is dermate veel neerslag gevallen dat de noodtoestand (Katastrophenalarm) is uitgeroepen met enkele dodelijke slachtoffers. Tussen de buien door pak ik mijn spullen in en fiets over een drukke rijksweg 178 naar St. Johann. St. Johann blijkt een alleraardigst Tiroler stadje, ondanks het druilerige weer. Over de 176 klim ik langs het nu helaas in nevelen gehulde Wilder Kaiser gebergte. Een verkeersarme en ondanks het slechte weer een fraaie route. Na Kössen begint het weer te hozen en telkens schuilend voor de buien bereik ik via Walchsee in enigszins doorweekte toestand Niederndorf. Onderweg kost het me in de afdalingen moeite te remmen, de velgremmen blijken door het vele water niet meer goed te functioneren. Een afdaling van bijvoorbeeld een Grossglockner zou fataal zijn in deze weersomstandigheden…. Misschien wordt het toch eens tijd voor schijfremmen…?

In de namiddag blijft het gelukkig droog zodat ik wat kan opdrogen op het traject tussen Erl en het Duitse grensplaatsje Nussdorf. De op de Freytag & Berndt kaart aangegeven camping blijkt niet te bestaan en ga ik op zoek naar een plaatselijke Zimmer mit Früstück. De behulpzame dame van de VVV regelt een B&B in het dorp en voorziet me spontaan van een schat aan informatie over de fietsroutes langs de Inn en Mangfall naar München. De Zacherlhof B&B blijkt een prima Zimmer op een Bauernhof te zijn, met gebruik van keuken annex gastenkamer met TV. De ligfiets kan in de schuur, waar ik ook mijn natte tent kan drogen.

Sankt Johann

Wilder Kaiser

Zimmer Nussdorf

Dag 16: Nussdorf - Rosenheim - Bad Aibling - Feldkirchen - Aying - München (90 km)

Ondanks het ontbreken van een goede wegenkaart (de 1:300.000 Freytag & Berndt kaart van Oostenrijk houdt hier op) blijkt de route naar München kinderlijk eenvoudig: de bewegwijzerde Inn-radweg tot Rosenheim en vervolgens de Mangfall-radweg tot München. Na de noodtoestanden is het weer aardig opgeknapt, zonnig en 22 C, perfekt fietsweer dus. De route langs de Inn en ook een groot deel van de fietsroute langs de Mangfall is geheel vlak en eigenlijk best wel 'Nederlands' saai. Pas na Feldkirchen verlaat de fietsroute de rivier en klimt over golvende Beierse heuvels en door pittoreske dorpjes met hun karakteristieke uientorens richting München. In München zoek ik weer de bekende camping in Thalkirchen aan de Isar op.

Beiers landschap

Dag 17: München - Köln -Venlo (trein)

De laatste dag besteed ik aan een verkenning van de stad. Dit gaat makkelijker met het openbaar vervoer dan op de ligfiets, dus die blijft op de camping achter. Aan het loket van het centraal station schaf ik een enkeltje Keulen-Venlo aan voor de terugreis. Verder probeer ik een (verplichte) fietsreservering te bemachtigen voor de intercity München-Keulen), maar de trein schijnt volgeboekt te zijn en men weigert zelfs een fietsvervoerbewijs te verstrekken.

Ook als het de volgende ochtend nogmaals aan een ander loket probeer is men niet bereid mij een kaartje te verkopen voor de fiets. Geen reservering is geen plaats dus ook geen ticket voor de fiets. Een ander alternatief voor een directe treinverbinding naar Nederland met fietsvervoer schijnt volgens het systeem niet te bestaan, dus wordt ik aan mijn lot overgelaten. Na lang aandringen lukt het me alsnog op eigen risico een internationaal fietskaartje aan te schaffen. Als ik even later de IC instap blijkt er in de aparte fietswagon slechts een handjevol fietsen aan boord te zijn en kraait er geen haan/conducteur naar een verplichte reservering. Ook op tussengelegen stations blijken er nauwelijks fietsers in en uit te stappen dus al die commotie aan het loket was achteraf nergens voor nodig *).

In Keulen heb ik door vertragingen slechts korte tijd om over te stappen op de boemel naar Venlo. In Venlo moet ik met bepakte fiets trap af /op zeulen (liften ontbreken hier?) en kan nog net op tijd een treinkaartje kopen om de gereedstaande trein naar Eindhoven te halen. Via Utrecht waar opnieuw de liften het niet doen lukt het me nog net de stoptrein naar Amersfoort te halen zodat ik na 10 uur reistijd vanuit München weer thuis ben.

*) Het verdient aanbeveling de fietsreservering telefonisch te bestellen via de DB-Radfahrer-Hotline. Deze kaartjes kun je dan op een overstapstation in Duitsland klaar laten leggen of uit de automaat halen.

München