Scandinavië 2001: Liggend naar Lofoten

Lofoten-Vesterålen

home

Eng >

Maandag 2 juli, 90 km

Å-Reine-Ramberg-Nussfjord-Nappstraumen tunnel-Utakleiv

Op de camping in Å hebben zich intussen veel fietstoeristen verzameld. Ook de Zwitserse fietser Mats is inmiddels gearriveerd. Hij blijkt ongeveer hetzelfde traject te hebben gefietst en is één dag eerder in Bodø aangekomen.

Å

Omgeving Å - Reine - Nussjord

Na op zondag van een rustdag te hebben genoten, verlaat ik het pittoreske vissersplaatsje en trek noordwaarts over de fraaie E10. Ondanks de dreigende bewolking blijft het droog en valt er veel van de omgeving te genieten. De Lofoten hebben wat weg van het hooggebergte, met dit verschil dat de wegen vrijwel op zeeniveau blijven waardoor je nauwelijks hoeft te klimmen. De lastigste obstakels zijn de indrukwekkende bruggen (soms wel 10% steil) en de Nappstraumen tunnel, een tunnel onder de zeespiegel die de eilanden Flakstadøya en Vestvågøya verbindt. In Utakleiv vind ik een primitief kampeerterreintje aan een fraai gelegen, verlaten zandstrand. Helaas valt er vanwege het bewolkte weer niet van de middernachtzon te genieten.

Strand van Utakleiv

Dinsdag 3 juli, 85 km

Utakleiv-Leknes-Stamsund-Lyngvær

De volgende ochtend wordt mijn tent geteisterd door regenbuien en windstoten. De tent klapt door de rukwinden regelmatig in elkaar, waardoor ik mijn spullen inpak om een evacuatie voor te bereiden. Gelukkig gaat de storm in de loop van de ochtend liggen en kom ik met de schrik vrij. Via Leknes volg ik met een forse wind in de rug via Stamsund een zeer fraaie kustroute. Het weer is intussen opgeklaard zodat nog meer van het indrukwekkende landschap valt te genieten. Ondanks het ontbreken van bossen is de plantengroei hier opvallend weelderig, iets wat je niet snel verwacht in deze noordelijke streken. Onderweg kom ik telkens weer het groepje fietsende meiden tegen die ook op Å kampeerden. Enkele kilometers voorbij de indrukwekkende Grimsøystraumbrug stop ik bij een fraai gelegen en goed uitgeruste camping. Erg aangenaam op dergelijke campings is een keuken annex verblijfsruimte, waar je uit de gure wind kunt koken en eten. Op de camping ontmoet ik een ander stel fietsers die ook vanuit Å zijn vertrokken. Ook kom ik de ANWB controleurs weer tegen die ik in Nesna ben tegengekomen. Ongetwijfeld zal deze uitstekende camping goed door de beoordeling komen.

Brug over Grimsøystraumen

Woensdag 4 juli, 77 km

Lyngvær-Henningsvær-Svolvær-Laukvik

Het begint een beetje eentonig te worden, maar ook de weg naar Henningsvær, het Venetië van de Lofoten, is weer bijzonder fraai. Na een kort bezoek aan dit fraaie vissersplaatsje kom ik bij de plaatselijke Coop supermarkt in Svolvær weer het fietsende stel van de Lyngvær camping tegen. Halverwege het fraaie Austnestfjord verlaat ik de E10 en met het oog op de middernachtzon zoek in Laukvik een camping op aan de westkust. Helaas is het 's nachts is bewolkt en regenachtig, zodat ik nog steeds geen middernachtzon heb kunnen bewonderen. Sinds mijn vertrek vanuit Denemarken is het met uitzondering van de tunnels, ook 's nachts niet meer donker, iets waar je al snel aan went.

Lyngvær - Henningsvær

Svolvær -Austnestfjord

Donderdag 5 juli, 79 km

Laukvik-Fiskebøl-Melbu-Stokmarknes-Sortland

De weg van Laukvik naar Fiskebøl blijkt onverhard maar goed te berijden gravel. Helaas niet voor lang, want al gauw komt een enorme machine me tegemoet die bezig is het wegdek om te ploegen. Het wegdek verandert hierdoor in een vieze bruingrijze modder, waar ik me met grote moeite doorheen worstel. Gelukkig wordt het wegdek door het autoverkeer gaandeweg wat beter berijdbaar. Na 2 uur ploeteren over de 25 kilometer kom ik precies op tijd in het regenachtige Fiskebøl aan voor de ferry naar Melbu. Bij de veerpont ontmoet ik het fietsende stel van Lyngvær weer. Zij hebben de E10 gefietst in stromende regen, terwijl ik over een weliswaar slechtere weg langs de westkust, het gelukkig grotendeels droog heb kunnen houden. Melbu is gelegen op het eiland Hadsel, behorende tot de eilandengroep Vesterålen. Mede door het grijze weer lijken de Vesterålen minder indrukwekkend dan de Lofoten. Over een saaie weg langs het Hadselfjord fietsen we gezamenlijk naar Stokmarknes, waar het stel een camping opzoekt. Via de saaie en drukke E10 fiets ik verder tot Sortland, waar ik de Zwitser Mats voor de derde keer tegenkom. Hij blijkt te kampen met een kapotte velg en moet een aantal dagen wachten op een nieuwe, voordat hij verder kan op weg naar de Noordkaap.

Vrijdag 6 juli, 98 km

Sortland-Sigerfjord-Kaljord (ferry)-Hanøy-Fiskebøl-Vatterfjord

Ik besluit niet verder naar het noorden te fietsen en terug te keren richting Svolvær via route 822 over het eiland Hinnøya. Omdat het veerpontje naar Austvagøya pas laat in de middag vertrekt heb ik nog even de tijd om in het winkelcentrum van Sortland rond te kijken. De weg langs het Sigerfjord is een stuk rustiger en veel fraaier dan de E10 aan de overzijde. Bovendien is de wind nu gedraaid naar het oosten en heeft de bewolking plaatsgemaakt voor mooi zonnig weer. Met de wind weer in de rug bereik ik al vroeg Kaljord, waar ik nog een tijdje moet wachten op het vertrek van de veerboot. De overtocht naar het woeste Austvagøya is wederom bijzonder fraai. De brede, splinternieuwe snelweg naar Fiskebøl staat niet op mijn kaart aangegeven en vormt onderdeel van een geplande veerpontvrije verkeersader tussen de Lofoten en het vasteland. Omdat deze verbinding nog in aanleg is, is het erg rustig op de weg. Vlak vóór Fiskebøl bevindt zich een tunnel die onverwacht lang en snel daalt. Halverwege de tunnel beland ik onder de zeebodem om vervolgens in enkele moeizame kilometers terug naar zeeniveau te klimmen. Door het fraaie weer ziet de omgeving van het Austnesfjord er totaal anders uit dan een aantal dagen geleden. Een tiental kilometers voor Svolvær kampeer ik op een klein kampeerterreintje aan het Vatterfjord.

Grimsøystraumen

Zaterdag 7 juli, 106 km

Svolvær-Borge-Leknes-Flakstad

Ter afwisseling volg ik op de terugweg op het eiland Vestvågøya de E10 i.p.v. de zuidelijke kustweg 815. De route is echter veel minder spectaculair. Na het passeren van de Nappstraumen tunnel kampeer ik op een aardige, drukbezette camping aan het strand van Flakstad op het gelijknamige eiland. 's Nachts is het helder, zodat ik volop kan genieten van de middernachtzon.

Zondag 8 juli, 70 km

Flakstad-Ramberg-Fredvang-Selfjorden-Fredvang-Reine-Sørvågen-Å

Via een aantal steile bruggen over een azuurblauw fjord bereik ik Fredvang op het eiland Moskenes voor een ritje over een doodlopend gravelweggetje langs het Selfjord. Dankzij het fraaie zonnige weer wordt het een spectaculaire rit langs uitbundige bloeiende oevers van het fjord met de grillige spitse bergpieken van Moskenes op de achtergrond.

Ook de terugweg via het idyllisch gelegen Reine naar de camping in Å is wederom een waar genoegen.

Reine

Maandag 9 juli

Å-Moskenes-ferry-Bodø-Trondheim (trein)-Oslo (dinsdag)

De fietstocht zit er feitelijk op. Na geruime tijd wachten in het zonnige Moskenes vertrekt de veerboot naar Bodø met enige vertraging. Bij aankomst in de namiddag regent het, prima weer om meteen maar met de eerstvolgende trein naar Oslo te vertrekken. Ruim bemeten slaapstoelen in een vrij lege coupé. De fiets kan probleemloos mee in de bagagewagon. Het eerste deel van de treinreis voert langs een fraai onherbergzaam traject over de Saltfjellet parallel aan de E6. Als het landschap wat saaier begint te worden probeer ik de slaap te vatten. De volgende ochtend in een regenachtig Trondheim een overstap op de trein naar Oslo. Geen problemen met het vervoer van de ligfiets, die weer in de bagagewagon mee kan (zelf laden en lossen). Bij aankomst rond 15u is het in Oslo het zonnig en warm. Bij de Stena Line terminal is het een drukte van belang. Wanneer ik na lang wachten bij de kassa een kaartje probeer te bemachtigen blijkt de nachtboot naar Frederikshavn, Denemarken al voor enkele dagen te zijn volgeboekt. Aangezien een hut verplicht is, is er zelfs voor een fietser geen plek mee vrij. Dan maar bij de veel duurdere concurrent Color Line proberen. Enkele kilometers verderop in de haven vind ik de vrijwel lege terminal, waar ik nog wel een kaartje voor de nachtboot naar Hirthals kan kopen. Zoals verwacht tweemaal zo duur en dan ook nog eens zonder hut.

Woensdag 11 juli, 98 km

Hirthals-Hjørring-Tårs-Hjallerup-Ålborg

Aankomst vroeg in de ochtend in het Deense Hirthals. Op het station blijkt er geen directe trein naar Nederland te zijn met de mogelijkheid om de fiets mee te nemen. Een alternatief is de fietsbus, maar ook die blijkt volgeboekt. Moe van het reizen per trein en boot besluit ik in Denemarken nog een stukje naar het zuiden te trappen tot Ålborg, waar ik nog een overnachtingsadres van een gastvrije ligfietser heb. Mijn route stippel ik uit aan de hand van de lokale fietsroutes. De provincie Noord-Jutland geeft gedetailleerde brochures uit van de lokale fietsroutes, gratis te verkrijgen bij bibliotheek of VVV. De ligfietser blijkt helaas op fietsvakantie, zodat ik de plaatselijke camping maar opzoek.

De volgende dag regent het pijpestelen, waardoor ik maar meteen besluit op een trein naar Hamburg en vervolgens Leer te stappen. Het opzetten van de tent in het nachtelijk duister is na een maand lang continu bij daglicht te hebben gekampeerd een zeer vreemde gewaarwording. In alle vroegte verlaat ik de volgende ochtend de niet al te frisse camping, om even na twaalven te arriveren op bekend Drents terrein.

(terug naar index)