Schotland:
Schotse
Hebriden
|
- Zaterdag 1 juli:
Glen Rosa, Arran (120 km)
De A77 en A779 tot
Ayr langs de kust is met het mooie
zonnige weer een fraaie route en gelukkig
niet druk. Vanaf Ayr echter vervelend
drukke wegen door stedelijke gebieden.
Vanuit Ardrossan
neem ik het pontje naar Brodick op Arran.
Door een zgn. Hopscotch combinatieticket
met het volgende veerpont van Arran naat
Kintyre te kopen kan de fiets gratis mee.
Op de primitieve camping bij Glen Rosa tref ik een weiland vol
koepeltentjes. Vanaf de camping verken ik
het voetpad dat rechtstreeks naar de
ruige pieken van het gebergte lijkt te
voeren. 's Nachts is het echter gedaan
met de rust door de vele dronken Schotten
die hier luidruchtig het weekend
doorbrengen.
- Zondag 2
juli: Oban (144 km)
Terug op de
hoofdweg begin ik meteen met een korte
maar pittige klim, waarna een lange
afdaling volgt naar de mooie westkust van
het eiland. In Lochranza ben ik net op
tijd voor de ferry naar Kintyre. De
eerste indruk is dat de hellingen in
Schotland langer en minder steil zijn
vergeleken met Ierland, wat veel minder
vermoeiend fietst. Net als in Ierland
zijn er de onvermijdelijke wildroosters. Lastige obstakels, die
zeer voorzichtig genomen dienen te worden.
Na een afwisselende rit bereik ik het
levendige stadje Oban. Enkele kilometers
verder vind ik in Ganavan een prima
camping aan het strand.
- Maandag 3
juli: Tobermory, Mull (107 km)
In Oban schaf ik
een Hopscotch ticket voor 3 trajecten aan:
van Oban naar Craignure op het eiland
Mull, terug naar het vasteland (Tobermory-Kilchoan)
en naar het eiland Skye (Mallaig-Ardvasar).
Wederom zeer fraai weer en een mooie
overtocht. De A 849 door Glen More is
bijzonder fraai en ook de kustroute die langs hoge rotswanden
en fraaie watervallen voert is erg
spectaculair. Het laatste stuk van
Dervaig tot Tobermory telt een aantal
zeer venijnige hellingen. Vlak voor het
dorp tref ik een aardig en goedkoop
kampeerterreintje aan. Op de camping een
Schotse fietser die me de nodige tips
voor de nog te volgen route kan geven.
Glen More, Mull
- Dinsdag 4
juli: Arisaig (92 km)
's Ochtends is het
bewolkt met wat motregen. De midges laten
zich weer gelden en het meegenomen
muskietenhoedje biedt uitkomst bij het
inpakken van de spullen. Op de ferry naar
Klichoan twee dolfijnen gespot. De B8007
is de eerste 10 km fraai maar daarna
wordt het erg lastig, continu op- en af
en zeer moeilijk om het ritme te vinden.
Na Salen gaat het allemaal wat
geleidelijker met fraaie uitzichten op de
vele Lochs. Rond Arisaig bevinden zich
zeer veel kampeerterreinen, van primitief
tot luxueus. Het is zonnig en er staat
bovendien veel wind, dus de midges zijn
in geen velden of wegen te bekennen. Via
mijn GSM sms ik de laatste wijzigingen
voor de Tourpoule door, want inmiddels is
mij gemeld dat een aantal renners niet
zijn gestart. Wist ik veel, in Larne heb
ik zomaar een ploeg opgegeven en door
gemaild. Toch wel handig die mobiele
communicatie en meestal heb ik tot nu toe
altijd wel bereik gehad, zelfs in deze
verre Schotse uithoeken.
- Woensdag 5
juli: Glenbrittle, Skye (95 km)
Vanaf
de boot Mallaig-Ardvasar indrukwekkend
panorama op de donkere wolken boven de
bergen van Knoydart, waar het flink lijkt
te regenen. Op Skye is het echter droog
en maak ik een zeer fraaie rit rond de
spitse pieken van de Cuilins.
De
doodlopende weg door Glen Brittle eindigt bij een
baai, waar aan de voet van de bijna 1000m
hoge pieken een drukbezochte camping is
gelegen. Vanaf de camping bewandel ik het
pad totdat de rotswanden verder wandelen
niet meer mogelijk maakt en het betere
klim- en klauterwerk is vereist. Van deze
hoogte fraaie uitzichten op de eilanden
Rhum en Canna en in de verte de Buiten
Hebriden Barra en South Uist.
Cuilins, Skye
- Donderdag 6
juli: Portree, Skye (84 km)
Hoewel het alweer
zonnig weer is, is het westelijke deel
van Skye minder indrukwekkend. Via
Dunvegan rijd ik naar Portree, waar ik
naast het backpackers hostel de tent
opsla. Vooral wanneer de midges weer
tevoorschijn komen is het handig om van
de keukenfaciliteiten gebruik te mogen
maken. Bovendien maak je op zo'n hostel
eerder contact met andere reizigers dan
in een doorsnee caravanpark.
- Vrijdag 7
juli: Lochmaddy, N. Uist (48 km)
Voor het eerst sinds twee
weken valt er weer enige regen van
betekenis. De route langs de
noordoostkust van Skye is desondanks
fraai, met watervallen en ruige
klifkusten. De lastige klim door de Quiraing wordt helaas niet beloond
met een fraai uitzicht vanwege de
laaghangende bewolking, waaruit steeds
grotere hoeveelheden neerslag valt.
In afwachting op de
ferry naar Lochmaddy, North-Uist, een van
de buiten Hebriden, zit er in dit slechte
weer helaas niets anders op dan 3 uur
wachten en schuilen in een pub in het
nietige Uig. Bij aankomst in Lochmaddy is
het gelukkig droog als ik de tent naast
het outdoorcentre opzet.
- Zaterdag 8
juli: Tarbert, Harris (55 km)
's Ochtends begint
het weer te gieten. Het geplande rondje
door North-Uist is vanwege het slechte
weer in het water gevallen en nadat de
regenbuien wat minder intens lijken,
breek ik de natte tent af en fiets de
kortste weg naar de volgende ferry in
Otternish.
Bij aankomst op
South-Harris is het zowaar droog en
gedurende de rit langs de westkust geniet
ik van het uitzicht op de prachtige,
bijna tropisch aandoende, zandstranden
aan de azuurblauwe oceaan.
In de verte is de
nederzetting op het eiland Taransay
zichtbaar, waar de BBC de serie Castaways
2000 opneemt. De serie gaat over een
groep vrijwilligers die gedurende een
jaar op dit barre oord moet zien te
overleven met spaarzame middelen. Even
verder verlaat de hoofdweg de kust en
klimt door een desolaat maanlandschap
waar nauwelijks iets groeit naar Tarbert.
Aangezien het weer begint te regenen
besluit ik te overnachten in de
plaatselijke Bunkhouse.
- Zondag 9
juli: Garenin, Lewis (110 km)
De
route voert door het onherberbergzame en
ruige gebergte van North-Harris. Het
eiland Lewis vormt eigenlijk één geheel
met Harris maar is veel minder bergachtig.
Ik maak een kleine omweg naar Stornoway,
de enige plaats van formaat op dit
eiland, om wat voorraden aan te vullen en
filmrolletjes te kopen. Bij aankomst in
het uitgestorven stadje blijken de 2 mega
supermarkten echter gesloten. Hoewel het
zondag is, is dit iets wat ik nog niet
eerder in Engeland of Ierland aantrof.
Zelfs de pubs en de tankstations zijn
dicht. De enigste plaatsen waar het druk
is, blijken de kerken te zijn: met name
hier op Harris/Lewis kent men een streng
christelijk geloof. Na in het stadspark
te hebben gescholen voor de vele buien,
zet ik koers naar de fraaie
prehistorische standing
stones van Callanish. Hoewel het naastliggende
visitor centre uiteraard ook gesloten is,
is de steencirkel gelukkig vrij
toegankelijk. Zo'n 15 kilometer
noordwaarts vind ik in Garenin een
gezellige hostel in één van de vele
gerestaureerde croft houses,
authentieke boerenhutjes met rieten daken.
Voor 3 pond mag de tent worden opgezet in
de ruïnes van een vervallen croft house, gelegen aan de fraaie
baai, een zeer unieke kampeerplek!
- Maandag 10 juli: Ullapool
(40 km)
De kustweg A 858 is
landschappelijk niet erg interessant en
voert langs een aaneenschakeling van
grauwe gehuchten, waar duidelijke
dorpskernen ontbreken. Met een stevige
noordwestenwind in de rug ben ik in een
mum van tijd in Stornoway, waar op
maandag wel alles weer open is, met
inbegrip van de bibliotheek met internet.
Om twee uur vertrekt de ferry naar
Ullapool, waar ik even na vijven aankom.