West-Ierland:
Dingle-Sligo
|
- Zondag 18
juni: Kilkee (137 km)
Via de Connorpas,
met 456 m. Ierlands hoogste pas, verlaat
ik Dingle peninsula. Via Trallee,
Ballybunion, het pontje over de Shannon
naar de badplaats Kilkee. Lange, wat
saaie rit en door de tropische hitte best
vermoeiend, zelfs op een ligfiets. De
caravan camping in Kilkee is ook al geen
aanrader.
- Maandag 19
juni: Doolin (70 km)
Naarmate ik
noordelijker kom wordt de kust ruiger met
als hoogtepunt de indrukwekkende Cliffs of
Moher. Erg toeristisch met veel
straatmuzikanten, maar dat heeft ook z'n
charmes. Het wandelpad langs de 200 meter
hoge zeekliffen is zeer de moeite waard.
Cliffs of Moher
Op de prima camping
in Doolin veel vakantiefietsers en een
heel legioen Nederlandse vutters met
sleurhutten die het hele terrein vullen.
De pub in het gehucht is stampvol maar de
live muziek is minder boeiend dan de band
die in Dingle optrad.
- Dinsdag 20
juni: Doolin (79 km)
Door het
regenachtige weer wordt het rondrit door
het kale onherbergzame kalksteenplateau
van de Burren wat korter dan gepland. Met
name de kustroute tot Ballyvaughan is
ondanks de felle buien indrukwekkend mooi.
Na de Corkscrewhill wordt het allemaal
wat minder. Achteraf had ik gezien het
weer beter de R480 kunnen nemen naar
Kilfenora i.p.v. door te fietsen naar het
weinig interessante plaatsje
Lisdoonvarna, de buiigheid viel die
middag tenslotte erg mee.
- Woensdag 21
juni Carraroe (40 km)
Met een klein veerpontje
naar het eiland Inishmore. De fietsen worden op het
dek getild. Door de zeer onstuimige
Atlantische Oceaan wordt het flink afzien
aan boord. De Aran eilanden vormen een
voortzetting van de Burren plateau. Omdat
je er niet met de auto kunt komen is het
beste vervoermiddel de fiets. Ondanks de
nu gestaag vallende regen wordt het een
aardige rit langs prehistorische forten
en de vele muurtjes van keien. Op de boot
naar Rossaveel tref ik weer de Canadese
fietser Simon aan, die ook vanuit Doolin
is vertrokken. Deze ferry is groter en
sneller, zodat we minder last hebben van
de overtocht. Samen met Simon fiets ik
naar de camping in Carraroe, een leeg en
ietwat vervallen caravanpark waar we voor
3 IEP de tenten opslaan.
- Donderdag 22
juni Clifden (64 km)
Onderweg richting
Connemara kom ik de drie Zwitserse meiden
van de camping in Doolin weer tegen en
wordt getrakteerd op een kop koffie. Na
de koffiestop stap ik weer op de fiets en
haal de later vertrokken Simon in. Samen rijden we tegen
de wind in over een smal weggetje
richting Clifden.
R 342, Connemara
De R 342 voert door een prachtig
verlaten veenlandschap en is kennelijk
een erg populaire fietsroute, we komen er
meer fietsers dan auto's tegen. In de
supermarkt van het aardige stadje Clifden
kom ik weer andere bekenden tegen. De 2
Utrechtse fietsers van de camping in
Dingle raden me de prima camping aan even
buiten het dorp aan. De wind en regen
zijn weggetrokken en het wordt zowaar
weer zonnig en warm. Door het broeierige
weer voor het eerst last van midges.
- Vrijdag 23
juni Ballyvary (125 km)
Ik neem afscheid
van Simon, die een meer rechtstreekse
route naar Noord-Ierland en Schotland
gaat fietsen en fiets door de motregen de
prachtige route door Connemara National park. Het fjorden landschap rond
Killary Harbour lijkt veel op Noorwegen.
De fraaie Doo
Lough pass vormt door de sterke
noordwestenwind ondanks zijn geringe
hoogte (50m) een lastige kuitenbijter.
Tot Westport is het een landschappelijk
fraaie route. Daarna wind mee over een
drukke N5 (met brede vluchtstroken goed
te doen) tot Castelbar. Vervolgens via
een lokaal weggetje naar Turlough waar ik
de camping in eerste instantie niet kan
vinden. Na wat aanwijzingen beland ik via
zeer smalle paden dan toch midden op de
camping Camp Carrowkeel. De campingbaas,
een landgenoot en fietsliefhebber, is
verheugd om voor het eerst een ligfietser
op zijn terrein te mogen ontvangen. Op
zijn pc mag ik mijn homepage laten zien
en ook mijn e-mail checken.
Doolough pass (50 m)
- Zaterdag 24
juni Ballyshannon (137 km)
De N5 is niet al te
druk en voorzien van brede vluchtstroken.
Met wind mee kan ik dus lekker doorrijden
door een niet al te interessante streek.
In no-time bereik ik Sligo, waarna ik
door een meer bergachtige streek over de
N16/R280 langs de meren Glencar en
Glenade fiets tot aan de badplaats
Bundoran. Hier kamperen lijkt me niet al
te aantrekkelijk in de peperdure
caravanparken (10 IEP!) dus fiets ik maar
nog een stukje verder totdat ik in
Ballyshannon een vriendelijker geprijsde
camping aantref.