Zondag 9 mei Furnace Creek-Tecopa
(114 km)
Om uitdroging voortoon te
voorkomen slaan we op de trading post van
Furnace creek een extra voorraadje Gatorade in.
Vervolgens verlaten we de vallei des doods via
Zabriskie Point, een uitzichtspunt op fraaie door
erosie geplooide rotsen, de zgn. badlands.
Even voorbij Zabriskie point verlaten we
tijdelijk de asfaltweg en slaan een zijweggetje
in door de fraaie Twenty Mule Team canyon. Dit
gravelweggetje voert door een fantastisch ruig
landschap blijkt een van de hoogtepunten van het
park te zijn. Na een kilometer of acht komen we
weer uit op de hoofdweg, waarover we vervolgens
het park verlaten over een 927 m hoge pas. Na de
afdaling maken we een lunchstop in Death Valley
junction, een verlaten oord met niet meer dan een
motel en (gesloten) opera house.
Via een rustige en verlaten
highway bereiken we Shoshone, waar we in de
supermarkt nog wat proviand inslaan. Een
Amerikaans stel raadt ons aan een bezoekje te
brengen aan Tecopa Hot springs county park, waar
we toevallig toch al van plan waren te kamperen.
Via beroerde wegen treffen we in the middle of
nowhere een moerassig gebied met een
groot aantal barakken en RV's. Er is inderdaad
ook een camping, waar we weer hetzelfde stel van
Shoshone aantreffen. We kunnen bij hen wat
drinkwater tappen, aangezien deze camping ook al
niet over drinkwater beschikt. Tegenover de
camping bevindt zich een badhuis waar gratis een
heet bad en warme douche genomen kan worden.
Tegen zonsondergang beklimmen we een nabijgelegen
heuvel, waarvandaan we een prachtig uitzicht
hebben over het park en de omringende woestijn.
Vanaf dezelfde heuvel kijk je ook direct in het
badhuis, althans alleen in de mannenafdeling,
want die van de vrouwen is overdekt.
|
Maandag 10 mei,
Tecopa-Las Vegas (133 km) Over de zeer rustige
Spanish Trail highway klimmen we naar de
fraaie Emigrant pass. Na de afdaling
vallen we bijna in slaap wannneer we over
een saaie lange rechte weg richting de
staat Nevada koersen. Onze Duitse collega
fietser had ons in Lone Pine gewaarschuwd
voor highway 160 tussen Pahrump en Red
Rock Canyon. Deze drukke highway is deels
2-baans en zonder shoulder (vluchtstrook)
levensgevaarlijk voor fietsers. Gelukkig
is men deze snelweg aan het verbreden en
kon hij een stuk over de pas aangelegde
maar nog niet geopende rijstroken fietsen.
De nieuwe snelweg blijkt precies bij de
afslag te beginnen. Twee wegwerkers die
er het verkeer regelen (en letterlijk en
figuurlijk voor paal staan, want er veel
viel er niet te regelen) sturen ons de
oude, drukke en inderdaad
levensgevaarlijke weg op. Na wat zeuren
rijden we op eigen risico de nieuwe, nog
niet geopende rijstroken op en zoeven
over het pas geasfalteerde wegdek. De
laatste kilometers naar de Mountain
springs summit (5493 ft) is het helaas
uit met de pret. Highway 160 is nu
opengesteld en over de drukke 4-baans
autoweg zwoegen we in de hitte omhoog. Na
een snelle afdaling fietsen we over de
beroemde "Strip" (Las Vegas
Boulevard) langs de vele opvallende
casino's het drukke centrum van Las Vegas
in. In hartje Vegas nemen we een
motelkamer op de begane grond, zodat we
de fietsen makkelijk in de kamer kunnen
parkeren. Na ruim 1000 km op een
kampeerdieet te hebben geleefd vullen we
de tekorten enigszins aan met een
goedkope all-you-can-eat maaltijd en
slenteren we 's avonds over de fraai
verlichte boulevard, van het ene casino
naar het andere.
Dinsdag 11 mei,
Las Vegas-Overton (127 km)
Op zich is het
nachtleven in Las Vegas wel leuk voor de
afwisseling, maar de volgende ochtend
hebben het wel weer gezien en trekken de
natuur in. Na goedkoop inkopen te hebben
gedaan (o.a. kilo's bananen, bagels,
liters cola en ook maar meteen een
kilootje Gatorade poeder) zetten we koers
richting Lake Mead. De indrukwekkend
mooie North shore road loopt soms langs
het meer en steekt af en toe het ruige
binnenland in. Hoewel er eigenlijk geen
ruimte is voor tenten, mogen we in
Overton voor een gering bedrag op een
grasveldje op het plaatselijke RV park de
tenten opslaan.
Woensdag 12 mei,
Overton-Hurricane (159 km)
Na Overton zit er niets
anders op dan via de interstate 15 (een
autosnelweg) richting Arizona en Utah te
fietsen. Gelukkig is de autoweg niet
verboden voor fietsers en is er een brede
vluchtstrook, maar leuk is anders. Het
eerste stuk tot aan het gokstadje
Mesquite hebben we wind mee en schiet het
met kruissnelheden van 40 km/u lekker op.
In Mesquite kunnen we in een computershop
eindelijk weer eens e-mailen, maar voor
het kwartiertje rekent men maar liefst 3
dollar. Het volgende traject over de I-15
tot Littlefield gaat ook voorspoedig,
maar als de autoweg de smalle kloof van
de Virgin river induikt begint de ellende.
De canyon is op zich spectaculair, maar
levensgevaarlijk smal en op veel plaatsen
onoverzichtelijk, zonder vluchtstroken.
Luddo, die ver voor me uit fietst, wordt
bijna 2 maal van de weg gereden en wil de
ligfiets het liefst meteen in de wilgen
hangen. Uiteindelijk bereiken we zonder
kleerscheuren St. George, waar we zo snel
mogelijk de snelweg verlaten. Even voor
Hurricane besluiten we een RV park op te
zoeken. De beheerdster is een beetje
upset door de komst van campinggasten.
Het dichtstbijzijnde toiletgebouw is
namelijk wegens onderhoud gesloten en het
andere gebouwtje (5 minuten lopen van de
tenten) kon wel eens erg ver zijn
|