Per ligfiets door de Zwitserse en Franse Alpen

Deel 3: Door het Mittelland (Zwitserland) naar het Zwarte Woud (Duitsland)


Vrijdag 7 augustus, Argentière-Glion (87 km)
Col des Montets (1461 m) h:426 l:11,9 km gem:3.6% max:6%

Meteen vanaf de camping begin ik aan de klim naar de Col des Montets. Het gaat af en toe steil omhoog, maar gelukkig is de klim verder niet al te zwaar. Bovenop de col geniet ik van een fraai uitzicht op de besneeuwde pieken van het Mont Blanc massief. Na een snelle afdaling bereik ik de Zwitserse grens, waar ik de snelweg verlaat en begin aan een korte klim naar het ski station Finhaut. Op de Touristische Velokarte Schweiz heb ik namelijk gezien dat de drukke weg over de col de la Forclaz gemeden kan worden via een klein steil bergweggetje van Finhaut naar Salvan. Op mijn Michelinkaart staat deze route echter aangegeven als voetpad...
Vlak voordat ik het dorp Finhaut binnenrijd, sla ik het pad in. Het is inderdaad een wandelroute, maar het eerste deel is vlak en goed te befietsen. Vanaf dit punt heb ik een prachtig panorama op de vallei die diep beneden mij ligt. Even verderop begint het pad bijzonder steil af te dalen. De kwaliteit van het wegdek wordt beroerder. Stapvoets daal ik af over het met vuistdikke keien bezaaide pad. Op de zeer steile stukken vlak vóór de haarspeldbochten is het zelfs niet verantwoord verder te fietsen en stap ik af. Naar beneden gaat het nog wel, maar ik betwijfel of deze route een aanbevolen fietsroute is richting Franse grens. Zelfs met een (bepakte) mountainbike kan je hier niet omhoog fietsen. Wanneer ik met warm aangelopen velgen de bewoonde wereld nader, wordt het rotspad wat beter begaanbaar en vanaf de gorges du Triège zelfs geasfalteerd. Een lange afdaling volgt nu tot in het Rhônedal, waar ik in Martigny weer de fietsroute langs de Rhône oppik. Om te voorkomen dat ik bij Villeneuve de fiets over het voetbruggetje trap op en trap af moet slepen, verlaat ik het fietspad voortijdig en steek bij Chessel de Rhône over. In Montreux bel ik naar Glion, maar helaas blijkt er nog niemand thuis te zijn. Van Michel, die ik vervolgens opbel, begrijp ik dat ze vandaag op weg zijn naar huis en elk moment thuis kunnen komen. Omdat ik het geleende fototoestel nog moet teruggeven besluit ik maar naar boven te gaan. Ditmaal verkies ik het treintje boven de steile "muur van Glion" per fiets te beklimmen. Vanaf het station van Glion is het nog zeker een kilometer afzien, maar in een hele lichte versnelling lukt het me om fietsend de villa te bereiken. Daar installeer ik me op het balkon, in afwachting op de familie. Als ‘s avonds nog steeds niemand is komen opdagen, besluit ik maar op het balkon maar te ‘kamperen'. Ik rol mijn matje uit en kruip in mijn slaapzak. De temperatuur is 's nachts nog bijzonder aangenaam. Gezien de rust en het fraaie uitzicht over het meer van Genève bevalt deze ‘kampeerplek' me beter dan de meeste drukke Franse campings die ik de afgelopen dagen heb aangedaan. Het enige wat er nog aan ontbreekt is een warme douche, maar tja, je kunt niet alles hebben.

Zaterdag 8 augustus, Glion-Montreux-Glion (8 km lopen)

De volgende ochtend twijfel ik of ik verder moet trekken of toch nog even zal wachten. Ik haal eerst maar wat vers brood voor het ontbijt in het dorp, een aantal steile trappen lager liggend, en zet instant koffie met mijn brander. Vervolgens besluit ik een bezoekje te brengen aan Montreux. Ontelbare traptreden lager bereik ik na drie kwartier afdalen de mondaine badplaats. Ik kijk wat rond in de winkelstraten, doe wat boodschappen en slenter wat langs de met subtropische bloemen opgesierde boulevard. Rond vieren begin ik weer aan de inspannende klim naar Glion, vele trappen hoger. Ongeveer een uur later installeer ik me weer op het balkon. Nog voordat ik aanstalten maak om mijn spullen in te pakken en besluit te vertrekken, zie ik een bekende auto het pad oprijden. De Droz zijn net terug uit het Zwarte Woud, waar ze een dagje langer bleven. We wisselen vakantie ervaringen uit van afgelopen week en uiteraard ben ik welkom het weekend te blijven logeren.

Uitzicht vanaf het balkon op het meer van Genève

Zondag 9 augustus (rustdag)

Bijkomen van alle vermoeienissen. Wat aan de fiets sleutelen, wasje doen etc. In National Geographic lees ik het uitgebreide verslag van een fietstocht door Australië in één adem uit. ‘s Avonds barbequen we op het terras.

Maandag 10 augustus Glion-Portalban (122 km)

Na een uitgebreid ontbijt neem ik nu definitief afscheid en daal af naar Montreux. Via drukke wegen en glooiiende wijngaarden verlaat ik na Lausanne de oevers van het meer van Genève. Het is inmiddels warm en heet, de temperaturen lopen op tot zo'n 35 C in de schaduw. De Mitteland-route volgend over glooiende heuvels brengt me na Yverdon langs de oever van het meer van Neuchâtel. Op het fietspad nadert letterlijk en figuurlijk een tegenligger, een Duitser op een bepakte ligfiets. We stappen af en maken een praatje. De Duitser blijkt een kenner, want vraagt meteen hoe de Challenge bevalt. Hij is op weg naar Lausanne en we wisselen wat informatie uit over de route. Zo kom ik te weten dat ik de klim voorbij Cheyres (een paar kilometer verder) kan omzeilen door gewoon langs het meer te blijven fietsen. Mijn Velokarte laat alleen een merkwaardig omtrekkende beweging door de heuvels zien. Hoewel ik niet vies ben van een flinke Alpencol, is in deze moordende hitte iedere molshoop er één teveel! Inderdaad kan ik continu langs het meer blijven fietsen en in Portalban vind ik een camping. Het is meer een bungalow annex caravanpark en de receptie is gesloten. Op aanraden van een andere campinggast kan ik mijn tent opslaan op een klein veldje waar meerdere tenten blijken te staan.

Dinsdag 11 augustus Portalban-Baden (176 km)

De volgende ochtend sta ik vroeg op met het oog op de te verwachten tropische hitte: de kranten voorspellen 38 graden! De receptie is nog steeds dicht als ik de camping verlaat, dat was dus gratis kamperen. Ik vervolg de Mitteland route over jaagpaden langs de Aare, door bossen en langs landerijen en fraaie stadjes. Het parcours is overwegend vlak, de kilometers vliegen voorbij. Van de enorme hitte heb ik niet zoveel last. Met mijn eigen thermometer registreer ik ‘maar' 34 graden in de schaduw, da's gelukkig lang niet zo erg als de schreeuwende krantenkoppen doen geloven.
Rond Biel passeer ik ongemerkt de taalgrens. Kan ik me eindelijk wat beter verstaanbaar maken, denk ik nog. Als ik echter in een supermarkt wat inkopen doe, sta ik met een mond vol tanden als men mij in Schweizerdeutsch iets vraagt.
In het Mitteland blijken de campings zeer dun gezaaid. Na Brugg besluit ik het Aaredal tijdelijk te verlaten om in Baden een camping te zoeken. De laatste loodjes wegen ook hier zwaar want route 5 van Brugg naar Baden voert over een aantal pittige klimmetjes die na 150 km behoorlijk zeer doen. In Baden rijd ik bovendien ook nog even verkeerd op zoek naar de camping, die aan de Limmat vlakbij het centrum blijkt te liggen. Op de camping raadpleeg ik een meer gedetailleerde routekaart van 2 Duitse meiden die op weg zijn naar Montreux. Morgen moet ik immers weer terug naar Brugg om mijn route langs de Aare te vervolgen en ik wil zoveel mogelijk klimwerk vermijden.
Tevreden constateer ik dat er ook een makkelijke route langs de Limmat tot in het Aaredal is, die niet op mijn overzichtskaart staat aangegeven.

Woensdag 12 augustus Baden-Rothaus (82 km)

Ik vervolg de Aareroute tot aan de Zwitser-Duitse grens. De route is, op een enkel steil klimmetje van 15% na, vlak. Bij Koblenz steek ik de grens over en schaf in Waldshut een gedetailleerde wegenkaart aan van het Zwarte woud. Het gaat nu weer geleidelijk aan omhoog. Via het dal van Schlücht en de Schwarza over verkeersarme en zelfs autovrije geasfalteerde boswegen bereik ik de Schluchsee. Ik heb nu zeeën van tijd, want het plan is om vrijdag Offenburg te bereiken. Ik fiets het hele meer rond, dezelfde route die Paul een week eerder tijdens zijn rugzaktrekking door het Zwarte Woud notabene lopend heeft afgelegd! Ik laat de drukke camping aan het meer links liggen en besluit te kamperen in Rothaus, 4 km verderop. ‘s Nachts trekken onweersbuien over, gepaard gaande met veel bliksemflitsen en rukwinden. Mijn nieuwe tent, een enkelboogs Terra Nova, doorstaat de storm zonder problemen.

Donderdag 13 augustus, Rothaus-Kirnbach (97 km)

Over rustige landweggetjes en voor autoverkeer verboden bospaden daal ik af naar Lenzkirch. De hittegolf heeft weer plaatsgemaakt voor koel, buiig weer. De bosweggetjes hier hebben iets weg van de paden op de Utrechtse heuvelrug, het gaat er alleen wat meer op en af. Ik vervolg mijn route over de hoogvlakte via Kappel, Neustad, Eisenbach, Vöhrenbach en Rohrbach. Telkens een paar kilometer klimmend, dan weer een stukje afdalend. Als ik steil afdaal naar Triberg verlaat ik de rustige wegen. De "33" die verder noordwaarts afdaalt is onaangenaam druk en smal. Pas voorbij Gutach kan ik via parallelwegen de verkeersdrukte wat vermijden. In Wolfach zoek ik tevergeefs naar de camping, die blijkt te zijn opgedoekt. Vijf kilometer bergop vind ik een andere. Vanaf de camping, die opgebouwd is uit verschillende terrassen, heb ik een fraai uitzicht over de omgeving. Helaas is de prijs die voor deze camping betaald moet worden weer fors (20 DM voor één persoon). Het overigens schone sanitair laat te wensen over: 2 minuten per douchemunt, vreemde opstelling van de wastafels (met spiegels in de rug) en (af)was gelegenheid uitsluitend op het damestoilet.

Gengenbach

Vrijdag 14 augustus Kirnbach-Sand (81 km)

De laatste etappe leidt naar Offenburg. Door het dal van de Kinzig loopt een bewegwijzerde fietsroute. Ontspannend fietsend langs vele boomgaarden trek ik door dorpjes als Hausach, Haslach en Bibberach en bereik het fraaie stadje Gengenbach, op steenworp afstand van Offenburg gelegen. In Offenburg schaf ik een Schönes Wochenend ticket aan voor de terugreis naar Emmerich. Na een kort bezoek aan het centrum fiets ik de stad weer uit en vind een camping in Sand, 10 km ten noordwesten. Na de tent opgezet te hebben verken ik alvast de route naar het dichtsbijzijnde treinstation in Appenweier, dat op 6 km van de camping is gelegen.

Vroeg naar bed, want om half zeven in de ochtend (!) wil ik de stoptrein naar Mannheim halen. Alleen met deze trein kan ik zonder al teveel te hoeven overstappen (verder alleen in Koblenz) nog in de namiddag Emmerich halen.

Zaterdag 15 augustus Sand-Appenweier (6 km);
Appenweier-Mannheim-Koblenz-Emmerich (trein); Emmerich-Amersfoort (84 km)

Vlak vóór zonsopkomst pak ik mijn spullen in en verlaat in de ochtendschemering de camping. De
nevelslierten hangen laag boven de korenvelden en een roze gloed trekt over de heuvels van het Zwarte Woud als ik door het vlakke Rijndal naar Appenweier fiets. De stoptrein arriveert stipt op tijd en er is op dit vroege tijdstip nog ruimte zat in de fietswagon. Met enige vertraging arriveert de trein in Mannheim, ik heb slechts een paar minuten overstaptijd en vrees dat de trein naar Koblenz al is vertrokken. Op het info.bord vind ik echter nergens een trein naar Koblenz. Wel vertrekt er een trein naar Mainz, die vanaf hetzelfde perron op het punt staat te vertrekken. Ik sprint naar de trein en kan nog net op tijd instappen. Van de conducteur verneem ik dat het inderdaad mijn beoogde trein naar Koblenz is, een hele geruststelling! Ik neem plaats in de fietswagon, die gaandeweg steeds voller en voller wordt met vakantiefietsers die op weg zijn voor een reisje langs de Rijn of Moezel. Als de wagon te vol wordt voor fiets én eigenaar mogen de fietsers van de conducteur plaatsnemen in de 1e klascoupé op het bovendek. Voor een dubbeltje op de eerste rang, want de meesten reizen met een goedkoop weekendkaartje.

Als ik om 12 uur in Koblenz aankom heb ik bijna een uur de tijd om over te stappen op de stoptrein naar Emmerich. De fietswagon is een stuk minder druk, slechts een Nederlands stel op weg naar huis en twee Duitse meiden die een fietsvakantie in Nederland willen maken. Na een lange zit ben ik even na half vijf blij weer op de fiets te liggen. Het is nog redelijk weer en ik voel me ondanks de lange treinreis nog vrij fit. Omdat ik voorlopig genoeg in de trein heb gezeten besluit ik het laatste traject naar huis geheel in stijl, d.w.z. fietsend, af te leggen. Tegen zonsondergang, even voor negenen, ben ik weer thuis.

Terug naar de index